Hoge Raad: rechter in quarantaine mag skypend zijn werk doen
Een rechter die in quarantaine zit vanwege de coronamaatregelen mag via een videoverbinding met de rechtszaal zijn werk doen. Dat heeft de Hoge Raad dinsdag bepaald, in een zaak waar drie rechters (raadsheren) van het gerechtshof in Den Haag zich over een zaak bogen. Een van de rechters nam via Skype for Business aan de zitting deel, als gevolg van de quarantaine. Het Openbaar Ministerie en de advocaat van de verdachte hadden ingestemd met de constructie.
De zaak eindigde in een vrijspraak. Het oordeel van de raad gaat niet over de zaak zelf. De procureur-generaal bij de Hoge Raad stelde zogeheten cassatie in het belang der wet in. Hij wilde een oordeel van de Hoge Raad over de door het Haagse hof gevolgde werkwijze, ten behoeve van de rechtspraktijk en de wetgever.
Uitgangspunt is dat een strafzaak wordt behandeld tijdens een fysieke zitting met de aanwezigheid van alle betrokken procespartijen, aldus de raad. Die aanwezigheid is volgens de hoogste rechter van belang voor onder meer het optimaal verlopen van de verbale en non-verbale communicatie tussen alle bij de zitting betrokken personen.
Volgens de Hoge Raad druist het niet tegen de bestaande wetgeving in om een rechter van een meervoudige kamer (drie rechters) via Skype bij een zitting aanwezig te laten zijn. Maar het mag om slechts één rechter gaan en dat mag niet de voorzitter van zo’n meervoudige kamer zijn. De fysieke afwezigheid van de rechter moet bovendien rechtstreeks verband houden met de corona-epidemie.
Het is aan de voorzitter om te bepalen of een zaak op deze manier kan worden behandeld, aldus de raad. Mocht tijdens de zitting blijken dat het toch niet goed werkt, dan kan de zaak alsnog worden uitgesteld.
De Hoge Raad heeft zich ook uitgelaten over de fysieke aanwezigheid van de overige betrokken procespartijen. De griffier en de vertegenwoordiger van het OM moeten altijd aanwezig zijn. Een tweede OM’er kan eventueel via een videoverbinding deelnemen. De advocaat mag zelf aangeven of hij in de rechtszaal aanwezig wil zijn of op afstand aan de zitting deelneemt.