Kamer wil spoor nooit privatiseren
Het reizigersvervoer over het spoor mag nooit in handen van een private partij komen. Bij de behandeling van twee wetten die het spoorvervoer in de toekomst regelen, bleek een meerderheid in de Tweede Kamer dit woensdag vast te willen leggen.
Het is de bedoeling dat de Nederlandse Spoorwegen tot 2015 een zogenaamde concessie krijgen om van het spoor gebruik te mogen maken. Nadat deze overeenkomst afgelopen is, zouden theoretisch andere partijen die rol kunnen invullen.
De Kamer eist dat de staat dan zijn aandelen in handen houdt. Het gaat dan in feite alleen nog om vervanging van het management van het spoorbedrijf.
Opvallend is dat zowel PvdA, VVD als CDA vindt dat ook stations, gebouwen en grond rondom rails in handen van het Rijk moeten komen. Dit zou praktischer zijn bij bijvoorbeeld de ontwikkeling van stationsgebieden. De rol van NS Vastgoed, dat de gebouwen en grond nu beheert, zou dan uitgespeeld zijn.
Nog onduidelijk is of ook het bedrijf dat het spoor gaat beheren in overheidshanden moet komen. Verkeersminister Netelenbos stelde dit aanvankelijk voor, maar wil nu van railinfrabeheer een nv maken. De Kamer heeft grote vraagtekens bij deze ommezwaai. SGP-kamerlid Van den Berg heeft een uitvoerig amendement ingediend dat het wetsvoorstel weer bij het oorspronkelijke uitgangpunt terugbrengt. Het is nog onzeker of de PvdA, die nodig is voor een meerderheid, zich hierachter schaart.
Alle fracties lieten weten de noodzaak van de nieuwe spoorwegwet en concessiewet in te zien, omdat de relatie tussen NS en overheid hiermee in de toekomst eindelijk goed geregeld is. Algemene kritiek was dat de minister van Verkeer niet genoeg verantwoordelijkheid krijgt in de voorstellen van het kabinet.
Door amendementen zal de Kamer de (toekomstige) bewindspersoon daarom verantwoordelijk stellen voor de basiskwaliteit van het spoorvervoer, het beheer van de rails en bijvoorbeeld de kans op een zitplaats en op vertraging.