Pak ook zwerfvuil in ontwikkelingslanden aan
Onder de slogan ”Yes We Can” voeren honderden organisaties actie voor een snelle invoering van statiegeld op blikjes. Doel is om zwerfaval flink te laten afnemen. Wij roepen op om ook te kijken naar zwerfafval in ontwikkelingslanden waar Nederlandse bedrijven aan bijdragen.
Statiegeld op blikjes en flesjes kan potentieel bijdragen aan een enorme vermindering van zwerfafval. Dat is hard nodig om de natuur en onze leefomgeving te beschermen. Als Tear ondersteunen wij deze campagne daarom van harte. We roepen het kabinet daarnaast op om het Nederlandse bedrijfsleven ook verantwoordelijk te stellen voor het zwerfvuil dat het in andere landen veroorzaakt. Het is van groot belang dat Nederland actief gaat werken aan wetgeving die ervoor zorgt dat Nederlandse bedrijven vervuiling in hun productieketens in het buitenland aanpakken.
In ontwikkelingslanden wordt afval, waaronder dus verpakkingen van Nederlandse bedrijven, vaak op straat verbrand. Dit leidt tot sterfgevallen door schadelijke stoffen die vrijkomen in de lucht. Het zwerfafval vormt ook een broedplaats voor ziektedragende insecten die tyfus, malaria en knokkelkoorts verspreiden. Jaarlijks sterven er in totaal tussen de vierhonderdduizend en een miljoen mensen door een gebrek aan goede afvalverwerking in ontwikkelingslanden. De vraag is: waarom nemen onze producenten hun verantwoordelijkheid hier niet in?
Subsidies
Het probleem is dat veel bedrijven zich via lobby actief verzetten tegen wetgeving die hen verantwoordelijk stelt voor het afval dat ze creëren. De productie van plastic producten voor eenmalig gebruik blijft bijvoorbeeld heel aantrekkelijk vanwege de grote subsidies voor de olie- en gassector (nieuw plastic wordt gemaakt van ruwe olie en aardgas). Alleen al de G7-landen verstrekken jaarlijks 100 miljard dollar aan subsidies voor de productie en het gebruik van steenkool, olie en gas.
Gelukkig treden steeds meer ontwikkelingslanden zelf hard op tegen vervuilers. Zo hebben de problemen rond zwerfafval en specifiek plastic afval ertoe geleid dat tientallen Afrikaanse landen inmiddels een verbod of beperking op de productie en invoer van plastic hebben ingevoerd. Hiermee gaan zij verder dan onze voorzichtige stappen op het gebied van statiegeld op blikjes en flesjes. Rwanda streeft er zelfs naar om het eerste plasticvrije land ter wereld te worden. Toch blijft zwerfafval vaak een probleem en het Nederlandse bedrijfsleven is hier deels verantwoordelijk voor.
IMVO
Dinsdag spreekt de Tweede Kamer over de initiatiefnota ”Tegen slavernij en uitbuiting – een wettelijke ondergrens voor verantwoord ondernemen” van ChristenUnie, GroenLinks, PvdA en SP. Deze nota vraagt om wetgeving met betrekking tot Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO). Wij roepen de Tweede Kamer op om naast het voorstel om statiegeld op blikjes te heffen ook deze initiatiefnota en potentiële wetsvoorstellen die hieruit voortkomen te ondersteunen. Deze wetgeving kan Nederlandse bedrijven ertoe aanzetten om afval van hun producten in ontwikkelingslanden te doen verminderen en om rekening te houden met het milieu in het productieproces. Gezien de impact van zwerfafval in ontwikkelingslanden is deze regelgeving van levensbelang voor mensen in landen waar goede afvalverwerking ontbreekt. Alleen door strikte regelgeving kunnen we werken aan een gezonde en duurzame toekomst voor alle wereldburgers.
De auteur is lobbyist bij ontwikkelingsorganisatie Tear, alliantiepartner van de Yes We Can! Campagne.