Nasdaq tikt nieuw recordniveau aan op Wall Street
De technologiegraadmeter Nasdaq is maandag naar een nieuw record gestegen op de aandelenbeurzen in New York. De andere hoofdgraadmeters gingen wat omlaag nadat vrijdag hoogtepunten werden behaald. Beleggers op Wall Street bleven vooral in afwachting van een akkoord in het Amerikaanse Congres over een nieuw coronasteunpakket waar al maanden over wordt onderhandeld.
De Dow-Jonesindex eindigde 0,5 procent lager op 30.069,79 punten. De brede S&P 500 verloor 0,2 procent tot 3691,96 punten, maar de Nasdaq won 0,5 procent tot 12.596,47 punten.
Grote techfondsen als Apple en Facebook kregen er tot 2,1 procent bij en autobouwer Tesla won ruim 7 procent. Chipconcern Intel ging 3,4 procent omlaag na berichten dat Apple werkt aan eigen chips voor de Mac-computers die al volgend jaar gebruikt moeten gaan worden.
De markten bleven gespitst op ontwikkelingen rond het nieuwe steunpakket om de Amerikaanse economie door de crisis te loodsen. Nu het aantal coronabesmettingen en coronadoden in de VS gestaag blijft toenemen, rekenen beleggers erop dat politici nu eindelijk bereid zijn om een compromis te sluiten. Daarbij worden de strijdende partijen in Washington ook geconfronteerd met de deadline van 11 december. Voor die tijd moet een wetsvoorstel over overheidsuitgaven zijn goedgekeurd om te voorkomen dat de overheid op slot gaat.
Pfizer (plus 2,3 procent) stond wederom in de belangstelling. Volgens autoriteiten in India is de farmaceut een versnelde goedkeuringsprocedure begonnen om het coronavaccin toegelaten te krijgen in het land. Later deze week komt een speciaal panel in de Verenigde Staten bijeen om te bepalen of het middel versneld mag worden goedgekeurd voor gebruik. De Duitse biotechnoloog en samenwerkingspartner van Pfizer bij het vaccin BioNTech ging 4,8 procent vooruit in New York.
In de oliesector waren rode cijfers te zien, met minnen voor ExxonMobil, Chevron en ConocoPhillips tot 3,3 procent. Vliegtuigfabrikant Boeing won 2,4 procent na een koopadvies door UBS.
De euro was 1,2109 dollar waard, tegenover 1,2141 dollar bij het slot in Europa. Een vat Amerikaanse olie werd 0,8 procent goedkoper op 45,73 dollar. Brentolie zakte 0,5 procent tot 48,73 dollar per vat.