Speciaal gezant geeft vrijheid van godsdienst allure
De functie heeft verschillenden namen: gezant, ambassadeur of speciaal vertegenwoordiger. De afgelopen jaren volgden diverse landen elkaars voorbeeld door een diplomaat aan te stellen die wereldwijd opkomt voor religieuze vrijheid. „Zo’n gezant legt gewicht in de schaal.”
Lange tijd kent vrijwel geen enkel land een speciale gezant godsdienstvrijheid. De meeste overheden zijn tevreden met een algemene ambassadeur voor de mensenrechten. De vrijheid van godsdienst is daarmee toch gewaarborgd? Inmiddels kennen veel landen wel een speciale pleitbezorger voor religievrijheid.
Kartrekker op dat gebied zijn de Verenigde Staten; al in 1999 benoemt de Senaat een religiegezant. Tot op heden stimuleren de VS andere landen om ook gezanten aan te stellen. Hoewel andere overheden in hun buitenlands beleid wel een plek inruimen voor godsdienstvrijheid, duurt het enkele jaren voordat het initiatief van de VS gevolg krijgt. In 2013 stelt ook Canada zo’n speciale ambassadeur aan, een functie die overigens na drie jaar opgaat in een bureau voor mensenrechten.
De aanstelling van een speciaal vertegenwoordiger voor godsdienstvrijheid voor de Europese Unie in 2016 lijkt het begin te zijn van een trend in Europa. Verschillende landen roepen daarna vergelijkbare functies in het leven, Noorwegen nog in datzelfde jaar. In 2018 volgen onder meer Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Ook buiten de EU slaat de post aan. Taiwan komt in 2019 met zo’n functionaris.
Nederland benoemt in datzelfde jaar de diplomaat Jos Douma als speciaal gezant voor religie en levensovertuiging. De aanstelling volgt na een motie uit 2018 van CDA-Kamerlid Martijn van Helvert. Daarin pleit hij, gesteund door de ChristenUnie en de SGP, voor het aanstellen van zo’n ambassadeur voor geloofsvrijheid. Hoewel minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok in eerste instantie de noodzaak niet ziet –„We hebben toch al een mensenrechtenambassadeur?”– volgt toch een benoeming; tot grote tevredenheid van de christenpolitici en organisaties als Open Doors.
Aandacht
Ondanks dat deze trend volgens analisten over zijn hoogtepunt heen lijkt te zijn, staat de vrijheid van godsdienst inmiddels stevig op de internationale agenda. De benoeming van gezanten is daar een gevolg van. Volgens het Deense Instituut voor de Mensenrechten hebben verschillende factoren daar aan bijgedragen. Ten eerste is er bewijs dat schendingen van de godsdienstvrijheid wereldwijd toenemen. De situatie van christenen in het Midden-Oosten en de vervolging van Rohingya-moslims in Myanmar heeft de aandacht getrokken van Europa, stellen de onderzoekers in het rapport ”The international promotion of freedom or religion or belief.”
Daarnaast hebben de afgelopen decennia aangetoond dat religie nog steeds een grote rol van betekenis blijft spelen op het wereldtoneel. Volgens de onderzoekers is dat besef pas sinds de laatste jaren dieper doorgedrongen in het overwegend geseculariseerde Westen.
Blinde vlek
Dat signaleert ook Arie de Pater, vertegenwoordiger van de Europese Evangelische Alliantie (EEA) in Brussel en specialist op het gebied van godsdienstvrijheid. De terughoudendheid om een speciale gezant voor religievrijheid te benoemen, had onder meer te maken met „een blinde vlek als het gaat om religie”, zegt hij. Tekenend was voor De Pater het moment dat een diplomaat bij de VN hem enkele jaren geleden vroeg om de relatie tussen het jodendom en het christendom uit te leggen.
„Uit de recente geschiedenis blijkt ook telkens weer dat religie nog steeds een factor van belang is voor het buitenlandse beleid, denk aan 9/11, de taliban en Islamitische Staat”, aldus De Pater. De hedendaagse religiegezant komt dan ook niet alleen op voor de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, maar is volgens hem tegelijkertijd de spil in het web als het gaat om rol van religie in het buitenlandse beleid. En de gezant heeft ook de taak om die kennis intern te waarborgen.
Het ontbreken van een speciaal gezant godsdienstvrijheid hoeft echter niet te betekenen dat er geen aandacht voor is, aldus De Pater. Godsdienstvrijheid was al voor de aanstelling van Douma een van de prioriteitsgebieden van de Nederlandse overheid en het ministerie van Buitenlandse Zaken, zegt hij.
Desalniettemin biedt de functie van gezant wel een belangrijke meerwaarde. „Het beleid voor religievrijheid krijgt opeens een gezicht, je hebt een publiek aanspreekpunt. En je geeft daarmee aan dat het een belangrijk onderwerp is voor jouw beleid.” Het stelt hem dan ook teleur dat de Europese Commissie nog steeds geen nieuwe EU-gezant godsdienstvrijheid heeft benoemd (zie ”Waar blijft de Europese gezant religievrijheid?”).
In veel landen ligt het benoemen van mensenrechtenschendingen gevoelig. Het voordeel van een religiegezant is dat die persoon meer ruimte heeft om zaken subtiel aan te kaarten, makkelijker dan ministers dat kunnen doen, aldus de deskundige op het gebied van godsdienstvrijheid.
Asia Bibi
Maar hoe succesvol is zo’n gezant? In discussies over het nut van de functie gebruiken voorstanders vaak de zaak van de Pakistaanse christin Asia Bibi om het belang van een gezant te benadrukken. „Wij willen graag de talloze mensen bedanken die zich voor mijn vrijlating hebben ingezet. Die dank geldt in het bijzonder Jan Figel, voor zijn onophoudelijke inspanningen bij de Pakistaanse autoriteiten”, liet de van godslastering beschuldigde Bibi in haar boek optekenen over de toenmalige Europese gezant godsdienstvrijheid. Zonder zijn inspanningen „zou ik in Pakistan nog steeds onder toezicht van bewakers staan, ver bij mijn kinderen vandaan”, valt te lezen.
Ook De Pater is ervan overtuigd dat de inspanningen van Figel hebben bijgedragen aan het besluit om Bibi vrij te laten. Maar of de EU-gezant de uiteindelijke doorslag heeft gegeven, is niet vast te stellen, zegt hij. „Succes heeft vele vaders, luidt het spreekwoord. Er is door veel meer mensen en organisaties druk uitgeoefend.”
Naast de zaak van Bibi zijn er weinig zichtbare successen te melden. Volgens De Pater komt dat voornamelijk doordat het effect van zo’n gezant vaak moeilijk hard te maken is, en niet omdat zo’n functie geen nut zou hebben. „Veel verbeteringen op het gebied van mensenrechten zijn een kwestie van lange adem. Vaak zijn het ook kleine stapjes, en die zijn niet altijd zichtbaar. Daarnaast is een gezant zelden de enige actor in een bepaalde zaak.”
Veel hangt ook af van de persoonlijke kwaliteiten van een ambassadeur, in zijn contacten kan hij de nodige invloed uitoefenen. En natuurlijk weegt het mee wie zo’n gezant vertegenwoordigt, zegt de deskundige. Daarnaast is bepalend in welke mate de vrijheid van godsdienst is geïntegreerd in het buitenlands beleid. Zo kunnen de mensenrechten worden gekoppeld aan bepaalde economische ontwikkelingen. „Hoever een land of de EU bereid is te gaan, bepaalt mede de invloed die een speciaal vertegenwoordiger heeft.”
Critici
De functie van speciaal gezant voor godsdienstvrijheid staat ondanks recente benoemingen wel ter discussie. Volgens critici wordt de vrijheid van religie op deze manier verheven boven andere mensenrechten. In Canada heeft dat ertoe geleid dat de functie van religiegezant, die in 2013 door de conservatieve regering in het leven werd geroepen, in 2016 weer werd opgeheven. Het bureau voor religieuze vrijheid werd vervangen door een afdeling die zich breder op mensenrechten richt. De toenmalige Canadese minister van Buitenlandse Zaken, Stéphane Dion, noemde het een „fout” om de vrijheid van religie te „isoleren” van de bredere inspanningen van Canada op het gebied van mensenrechten.
Het is onder andere deze discussie die ook een rol speelt bij de benoeming van een nieuwe EU-gezant godsdienstvrijheid.
Voor De Pater zou het afschaffen van zo’n functie „een heel negatief signaal zijn.” Zolang de problemen nog niet zijn opgelost, degradeer je daarmee het onderwerp, zegt hij. „Ik vrees als het gaat om de situatie van de wereldwijde godsdienstvrijheid dat er niet snel een reden zal zijn om die functie af te schaffen.”
Dit is deel 2 in een tweeluik over gezanten godsdienstvrijheid. Deel 1 verscheen vrijdag.