Prof. Douma: betrokken ethicus, eigentijds, mét besef van grens
Praktisch, eigentijds, bewogen maar ook duidelijk met een besef van de grens als het om de Schrift gaat. Dat was prof. dr. Jochem Douma als hoogleraar ethiek aan de Theologische Universiteit Kampen (TUK), aldus prof. dr. Ad de Bruijne.
Maandag werd er tijdens de verjaardag van de universiteit aandacht besteed aan prof. Douma, die vorige maand overleed. Prof. De Bruijne is opvolger van Douma, die in 1997 afscheid nam van de TUK, de opleiding van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV).
De belangrijkste bijdrage van prof. Douma als ethicus is de manier waarop hij in zijn boeken inging op de praktijk, zegt prof. De Bruijne. „Hij belichtte die vanuit de Bijbel, maar deed dat niet op een angstige en conservatieve manier. Ik zie zijn boek over medische ethiek als een hoogtepunt.”
Generaties in reformatorische kerken zijn gestempeld door Douma en ook W. H. Velema. Worden hun boeken nog gelezen?
„Ze gingen over de onderwerpen die in hun tijd speelden en hen raakten. Ik heb bepaalde werken van Douma de eerste jaren nog wel opgegeven voor studenten. Er is echter nieuwe literatuur verschenen die ingaat op recentere ontwikkelingen. Maar ik zou Douma zeker niet gedateerd noemen. Als ik zijn politieke ethiek bijvoorbeeld neem, waar hij teruggrijpt op Augustinus en laat zien dat zowel een theocratisch standpunt als een boedelscheiding in de vorm van een strikte tweerijkenleer niet aan de orde is, dan is hij daarin erg actueel.”
Douma waardeerde het goede buiten de kerk, wat hem minder antithetisch maakte. Relevant voor het heden?
„Absoluut, Douma laat zien dat je op grond van de algemene genade argumenten kunt aanvoeren voor het verdedigen van je standpunten die ook voor niet-christenen herkenbaar zijn. Maar tegelijkertijd vindt hij dat je op een bepaald moment als christen alle kaarten op tafel moet leggen en je je alleen nog maar kunt beroepen op de Bijbel.”
Dat gebeurde ook ten aanzien van homoseksualiteit als praxis. Het mag niet, schreef hij, omdat Gods Woord dit verbiedt.
„Daarin bleef hij ook aan zichzelf gelijk. Hij heeft veel voor protestantse homo’s betekend, die bij hem perspectief voor hun levensweg vonden. Hij was geraakt door hun problematiek. Hij heeft eens de optie van een relatie voorgesteld met onthouding, maar daar is hij weer op teruggekomen omdat het volgens hem niet werkte.”
Rond meerdere ethische onderwerpennam Douma een opvallend vooruitstrevende positie in, schrijft u in uw In memoriam op de website van de TUK. Zo gaf hij veel meer ruimte aan IVF dan andere orthodoxe ethici. Ook had hij geen bezwaar tegen geslachtveranderende operaties bij transseksualiteit. Liet hij zich ook nog uit over de huidige transgenderdiscussie?
„Die had denk ik zijn interesse niet meer. Hij was op dit punt vrijmoediger dan ten aanzien van homoseksualiteit omdat de Bijbel niet spreekt over transgenders. Maar ook hierin was hij geraakt door de concrete nood van mensen en zocht hij voor hen een begaanbare weg.”
Hoe voelt het dat Douma u publiek en scherp bekritiseerde?
„We gingen uit elkaar ten opzichte van het duiden van Schriftgegevens, zoals ten aanzien van homoseksualiteit en de vrouw in het ambt. Maar dat ging niet ten koste van onze goede vriendschap. We hebben elkaar tot aan zijn laatste levensjaar ontmoet. Dat kon toch samengaan.”
Douma bracht volgens u nieuw elan in zijn kerken en had een oecumenisch hart. Hoe kon hij dan lid worden van zo’n klein kerkverband buiten de GKV?
„Dat heeft inderdaad iets onbegrijpelijks, maar paste ook wel bij zijn denken: duidelijke Schriftteksten geven een grens aan en ga je die over dan raakte dat voor hem het fundament. Hij kwam buiten de ontwikkelingen te staan, zoals dat vaak gebeurt als je niet meer de eerste verantwoordelijkheid draagt. Opvallend was dat hij in zijn nieuwe kerkverband weer ging preken. Hij heeft daar zijn verantwoordelijkheid gevoeld. Zolang hij dat kon opbrengen, deed hem dat ook wel goed.”