’Systeem met veiligheidsregio’s niet geschikt voor grote crises’
Het huidige systeem met 25 veiligheidsregio’s werkt niet goed voor grote, landelijke crises zoals de corona-epidemie. Bij grote crises zouden de veiligheidsregio’s moeten kunnen opschalen naar één centrale organisatie. De huidige wet moet daarvoor worden aangepast. Dat concludeert een onderzoekscommissie die de Wet Veiligheidsregio’s, die tien jaar geleden van kracht werd, onder de loep nam.
Voor regionale incidenten en branden werken de veiligheidsregio’s goed, stellen de onderzoekers, maar steeds meer crises zijn groter van aard. Als voorbeeld noemt de commissie de landelijke 112-storing vorig jaar. Er ontstond een „chaotische situatie” waarin veiligheidsregio’s verschillende, „soms tegenstrijdige communicatieboodschappen deelden”.
De voorzitters van de 25 veiligheidsregio’s komen tijdens de coronacrisis geregeld bijeen in het zogenoemde Veiligheidsberaad. Daar bespreken ze de maatregelen die worden genomen om de verspreiding van het virus tegen te gaan. In de praktijk komen de maatregelen grotendeels uit Den Haag.
„Gezamenlijk optreden is essentieel bij crises zoals de recente boerenprotesten in 2019 en 2020 en de bestrijding van Covid-19”, stelt de commissie. Ze adviseert niet het stelsel met de veiligheidsregio’s helemaal te veranderen, maar wel de wet aan te passen.
De nieuwe wet moet flexibeler worden, zodat er op basis van de aard en omvang van een crisis kan worden besloten hoe erop te reageren. Als het nodig is moet de minister van Justitie en Veiligheid de bevoegdheid hebben om in te grijpen.