Maria is een jonge vrouw. Zij is verloofd en staat op het punt om de vrouw te worden van Jozef. Haar leven staat op een kantelpunt. Wat zij niet vermoeden kan, gebeurt. Het lijkt een droom. Plotseling wordt zij aangesproken. De hemel maakt contact met de aarde en het aardse. Zij, Maria, ontvangt een bericht waardoor haar leven plotseling op z’n kop staat. Zij zal moeder worden. De vragen in Maria’s hoofd buitelen over elkaar heen. Zij bedenkt: Ik ben nog niet getrouwd. En hoe zal het dan met Jozef gaan?

Lang hoeft zij niet op antwoord te wachten. Alles is vreemd, ook het antwoord dat zij krijgt: De Heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen. Wie kan het bevatten. Het gaat elk verstand te boven. Uiteindelijk gaat het hier om gelovige aanvaarding en om aanbidding ervan zoals uit het leven van Maria blijkt (Luk. 1:38). Dat geeft rust bij alle vragen die er kunnen leven.

In het bericht van de engel gaat het niet alleen om de aankondiging, maar ook om de (belofte van) de vervulling (vgl. Gen. 3:15). Het lijdt geen twijfel. „Daarom ook zal het Heilige Dat uit u geboren zal worden, Gods Zoon genoemd worden.” Maria zal niet alleen moeder worden. Zij draagt het/de Heilige onder haar hart. Niet zij, maar Hij is de Heilige. Driemaal heilig (Jes. 6:3). En dat Heilige zal uit haar geboren worden: Gods Zoon. De Zoon van God. De eeuwige natuurlijke Zoon van God. „Die om ons mensen en om onze zaligheid uit de hemel is gekomen.” Want alzo lief had God de wereld, dat Hij aan ons heeft gegeven Zijn eengeboren Zoon. Om Hem gaat het. Hij, Christus, Gods Zoon, is de rode draad in de Bijbel. Op Hem loopt alles uit. Hij verbindt hemel en aarde. Alleen door Hem is er toegang tot de hemel en de hemelse Vader. Niet wij hoeven naar de hemel op te klimmen. Gods Zoon daalt neer. Gods heilig Kind. Hij wisselt van standplaats. Daarom draagt Hij de unieke (roep)naam Jezus. Gods Zoon heet niet alleen Jezus, Hij is het ook naar Zijn diepste betekenis: ”Redder”. Om hoop te bieden aan een troosteloze wereld. Onze (corona)tijd is troosteloos. Veel mensen richten hun hoop op een (werkend) vaccin. Terug naar het (nieuwe) normaal. Verder gaan met (het sterfelijke) leven. God roept van hogerhand door middel van dit hemelbericht op om ons te melden bij de Bron; Gods Zoon. Hij maakt zalig. Hij verlost van alle zonden. Bij niemand anders is er redding te vinden dan bij Hem. Gods Zoon, heerlijke Zaligmaker.

Jacqueline van der Waals (1868-1922) dichtte:

Die mijns harten vrede zijt,

En de enig ware ruste,

Reine bron van klare lusten,

Zuiv’re zon van zaligheid –

Laat mij willen en niet willen,

Wat Gij wilt en niet en wilt,

Blijde gaande door het stille

Leven in Uw vreê verstild.

Buiten U is niets dan strijd,

Niets dan moeiten, niets dan zorgen

– Laat mij, in Uw rust geborgen,

Slapen gaan in eeuwigheid.