Volgens FNV grijpen de werkgevers de coronacrisis aan om met een loonbod te komen dat lager is dan de inflatie. Brancheorganisatie voor de metaalsector FME noemt het bod van hun kant „het maximaal haalbare in onzekere tijden.”

Volgens FME kampt 80 procent van de bedrijven in de sector ook volgend jaar met een fors lagere vraag en een daling van de omzet. Het bod van de werkgevers is 1 procent loonsverhoging in 2021 en 1,25 procent in 2022. Daarnaast willen de werkgevers extra investeren in de pensioenen van medewerkers.

Daarmee zijn de vakbonden niet tevreden. „Wij willen een eerlijk loon en meer inspraak voor medewerkers. De werkgevers komen tot nu toe niet verder dan een schamel loonbod en juist minder inspraak”, zegt FNV-bestuurder Petra Bolster. De vakbonden willen een cao met een looptijd van elf maanden en een loonstijging van 2,5 procent.

Ook wat vakbond CNV betreft is het de laatste kans voor de bedrijven. „Als werkgevers deze strohalm missen dan is de volgende stap onvermijdelijk: een ultimatum met een aansluitend actietraject. Het is aan hen of ze een herhaling willen van twee jaar geleden”, zegt onderhandelaar Arthur Bot van CNV.

De metaalsector had in 2018 maandenlang te kampen met stakingen. Daarbij liepen de gemoederen hoog op. Werkgevers verweten actievoerders onverantwoord bezig te zijn en de bonden klaagden over een gebrek aan inschikkelijkheid bij ondernemers.

Onder de cao Metalektro vallen 160.000 mensen. Die werken onder meer in de metaalbewerking en bij elektrotechnische bedrijven. Sinds september wordt onderhandeld over een nieuwe cao.