Cambodjaanse Bijbel weerspiegelt respect voor hooggeplaatste mensen
„Een bos eetstokjes kun je niet breken.” Zendingswerker Hanneke Boer gebruikt spreekwoorden uit de taal van Cambodja om iets te vertellen over de taal én cultuur van het land waar ze sinds twee jaar woont.
Het deputaatschap voor de zending van de Gereformeerde Gemeenten hield dinsdag een bijeenkomst in samenwerking met Tryfena, de vrouwenvereniging van Tricht-Geldermalsen. Aline van de Maat en Hanneke Boer, de een uitgezonden naar Ecuador en de ander naar Cambodja, vertelden over hun taalstudie. Beiden zijn voor het eerst na hun uitzending weer in Nederland. Boer hoopt na haar verlof aan het werk te gaan als vrouwen- en kinderwerker. Van de Maat is al begonnen met het ondersteunen van jeugdwerkers.
Hanneke Boer begint haar lezing met een verwijzing naar het thema van de avond: ”Leven in een andere taal”. „Je leeft in een ander land, je spreekt een andere taal. Maar het Khmer, de taal van Cambodja, vertelt zoveel over de cultuur, dat het heel juist is om te spreken over ”leven in een andere taal”.”
Taal is veel meer dan de juiste woorden en zinnen, legt Boer uit. „Cambodjanen staan bekend om hun prachtige glimlach. Maar de gezichtsuitdrukkingen zijn daar veel subtieler dan bij ons. Ik zie op foto’s dat mijn glimlach altijd veel breder is dan de hunne. Ik oefen mezelf erin om goed op te letten wat mensen met hun gezichten willen uitdrukken.”
Wat verder tot uiting komt in de taal van Cambodja is een diep respect jegens hooggeplaatste mensen en ouderen of voorouders. Als voorbeeld noemt Boer dat de woorden die in de Cambodjaanse Bijbel gebruikt worden voor de ogen, mond en handen van God anders zijn dan de woorden die voor die van mensen gebruikt worden.
Gezamenlijkheid is ook een belangrijk aspect van de Cambodjaanse samenleving. „Een Cambodjaanse vrouw staat niet op zichzelf. Ze is vrouw van, moeder van, en vooral: dochter van. Ze wordt aangesproken als ”jongere zus” of ”oudere tante”. Maar ook de buurvrouw is ”tante”, en de buschauffeur noem je ”oom”. In de christelijke gemeente maakt dit het ook veel natuurlijker om te spreken over broeders en zusters in de Heere.”
Familierelaties zijn heel belangrijk voor de boeddhistische Cambodjanen. Boer noemt twee spreekwoorden die dat duidelijk maken: „Neem niet het rechte pad, neem niet het bochtige pad, neem het pad dat je voorouders namen.” „Een bos eetstokjes kun je niet breken.” Met de keuze voor het christendom stelt een Cambodjaan zich dus voor een moeilijk dilemma.
Voor Boer is het een zoektocht hoe ze de taal van de Bijbel kan laten spreken in de Cambodjaanse taal en cultuur. „Ik ben bezig om naast de taal van de woorden ook de taal van het leven te ontdekken. Taal die ik leer door echt met de mensen om te gaan. Ik probeer te ontdekken hoe de Cambodjaanse taal van zelfbeheersing, respect en bescheidenheid zich verhoudt tot de taal van de Bijbel. In hoeverre passen ze bij elkaar of juist niet? Zo wil ik leren hoe ik de Bijbelse boodschap op een passende wijze kan brengen onder de Cambodjaanse vrouwen. ”
Communiceren
Aline van de Maat verwondert zich over de verscheidenheid aan culturen. „Als ik het verhaal van Hanneke over Cambodja hoor, is dat zo totaal anders dan wat ik zie en meemaak in Ecuador. Wat is de wereld kleurrijk. En wat kunnen we veel leren van elkaar.”
Wat Van de Maat zich naast de Spaanse taal vooral eigen moest maken, was om minder direct te communiceren. Zo zei ze een keer vrij rechtstreeks ”nee” toen haar taallerares vroeg of ze met haar naar een concert wilde. „De volgende dag vertelde mijn docente me dat dit haar persoonlijk had geraakt. Ik had moeten zeggen: „Dankjewel voor de uitnodiging, ik zou heel graag met je meegaan”, om pas na heel veel woorden te zeggen: „Maar die dag kan ik helaas niet”.”
Aan het eind van haar lezing citeert Van de Maat psalm 67: „De volken zullen U loven.” „We mogen uitgaan, hebben een bijzondere taak van de Heere gekregen. We kunnen het niet zonder uw gebed. James Fraser zei: „Pas in de eeuwigheid zal geopenbaard worden wat het zendingswerk van christenen in huis uitwerkt, het werk van gebogen knieën, gevouwen handen en gesloten ogen”.”