Nigeria: een „genocide” in wording
Met soms tientallen doden per week lijkt het geweld tegen christenen in Nigeria niet op te houden. Voor steeds meer organisaties reden om de agressie van islamitische herders tegen christelijke boeren niet meer te zien als een landgeschil. „Er is toenemend bewijs voor genocide.”
„De toekomst van Nigeria is somber voor christenen”, verzuchtte Benjamin Kwashi, de anglicaanse aartsbisschop van de Nigeriaanse stad Jos eerder dit jaar. „Ik heb veel meer begrafenissen gezien dan huwelijksceremonies.” De christelijke gemeenschap in het land lijdt zware verliezen.
Een deel daarvan is toe te schrijven aan terreurorganisaties als Boko Haram. Maar het zijn vooral de steeds brutere aanvallen van overwegend islamitische Fulani-herders op christelijke dorpen in de middenregio van Nigeria die meer en meer mensen het leven kosten. Nigeriaanse en buitenlandse organisaties maken melding van meer dan duizend christelijke slachtoffers per jaar. Het geweld eist daarmee gemiddeld meerdere doden per dag.
Antonia Aje, een inwoner van het dorpje Karamai, maakte de agressie van de herders van dichtbij mee. Tijdens een aanval wist hij zich in veiligheid te brengen, maar familieleden werden vermoord. „We verstopten ons in de struiken totdat de geweerschoten afnamen. Toen we terugkwamen, zag ik het lichaam van mijn zwager op de grond liggen, in stukken gehakt met een machete. (…) Ons huis is verwoest. Het ziekenhuis is verbrand. Ze probeerden het dak van de kerk in brand te steken door de stoelen op te stapelen, als een vreugdevuur.”
Volkerenmoord
Het geweld tussen Fulani-herders en boeren wordt traditioneel gezien als een strijd om vruchtbare gronden. De overwegend islamitische herders trekken met hun vee naar het zuiden, weg van de oprukkende woestijn. Daar stuiten ze op overwegend christelijke boerengemeenschappen en ontstaan er conflicten over natuurlijke hulpbronnen.
Maar die eenduidige verklaring is niet langer houdbaar, aldus mensenrechtenorganisatie Jubilee Campaign. In een recent rapport –dat de veelzeggende titel ”Nigeria: genocide in wording” meekreeg– stelt de organisatie dat christenen expliciet het doelwit zijn van het aanhoudende geweld. Volgens Jubilee Campaign vinden er misdaden tegen de menselijkheid plaats en is er inmiddels zelfs genoeg bewijs om te spreken van volkerenmoord.
Volgens het rapport is er sprake is van „een asymmetrie van slachtoffers.” Het geweld richt zich bijna uitsluitend tegen christenen. Zo vonden er in het eerste kwartaal van 2018 in totaal 117 aanvallen op de overwegend christelijke landbouwgemeenschappen plaats, die de dood van 1082 burgers veroorzaakten. In diezelfde periode werden er 7 aanvallen geregistreerd op Fulani-gemeenschappen of herders, met 61 doden als gevolg.
Jihadistische termen
Ook is het voor Jubilee Campaign „veelzeggend” dat Fulani-militanten niet alleen landbouwdoelen aanvallen, maar ook kerken. Religie is volgens de organisatie inmiddels een leidende factor geworden in het conflict. „Het motief voor een aanval op een christelijke boer in zijn akker kan redelijkerwijs worden gezien als landconcurrentie. Maar hoe zit het met een aanval op katholieke priesters?” Daarnaast vindt de organisatie het „verontrustend” dat herders tijdens aanvallen vaak jihadistische termen roepen.
Het geweld is dan ook niets anders dan „een berekende poging” om christelijke boerenstammen te vernietigen, stelt het rapport. Daarmee voldoet het conflict aan een van de voorwaarden van genocide. Ook zijn de meeste slachtoffergroepen kleine stammen die door middel van moord en gedwongen verplaatsing uitgeroeid worden.
Daarnaast zijn de aanvallen systematisch van aard. De Fulani-militanten vallen vaak ’s nachts of in de vroege ochtend aan, als veel dorpelingen zich nog in hun huizen bevinden en daardoor niet in staat zijn om te vluchten. Ook is in het rapport beschreven hoe de Fulani-militanten gebruik maken van geavanceerde wapens en dat de aanvallen vaak met militaire precisie worden gecoördineerd.
Jubilee Campaign staat niet alleen in haar standpunt. Eerder dit jaar gaven al diverse organisaties, zoals CSI, genocidewaarschuwingen af. Gezamenlijk roepen ze op om in te grijpen en de daders ter verantwoording te roepen. Het rapport is inmiddels ingediend bij het Internationaal Strafhof. „Er is geen tijd te verliezen.”