Klimaatzaak tegen Shell van start in rechtbank Den Haag
Voor de rechtbank in Den Haag begint dinsdag de klimaatzaak die Milieudefensie, zes andere organisaties en 17.000 burgers hebben aangespannen tegen Shell. De eis is dat het olie- en gasbedrijf de CO2-uitstoot die het veroorzaakt door fossiele brandstoffen uit de grond te halen en op de markt te brengen drastisch gaat verminderen. Over tien jaar moet de uitstoot van broeikasgassen die aan Shell is toe te rekenen met 45 procent zijn afgenomen, want dat is in lijn met het klimaatakkoord van Parijs, zo betogen de eisers.
Shell zelf zegt het eens te zijn met het uitgangspunt van Milieudefensie dat klimaatverandering moet worden tegengegaan. Dat moet volgens het bedrijf niet via de rechter gebeuren, maar via een „gezamenlijke en wereldwijde aanpak”. Daarin wil de multinational „zijn rol” spelen, bijvoorbeeld door te investeren in duurzame energiebronnen. Uiterlijk in 2050 wil Shell de eigen bedrijfsprocessen klimaatneutraal hebben gemaakt. De uitstoot van de producten die het concern wereldwijd verkoopt, wil het in 2035 met 30 procent hebben verminderd en in 2050 met 65 procent.
Milieudefensie vindt de doelstellingen van het bedrijf veel te mager. „Shell steekt jaar in jaar uit tientallen miljarden, zo’n 95 procent van al zijn uitgaven, in het oppompen van olie en gas. Dan ‘omarm’ je het Klimaatakkoord van Parijs niet zoals Shell zegt, dan wurg je het”, vindt directeur Donald Pols van de milieuorganisatie.
Juridisch leunt de zaak tegen Shell op het zogeheten Urgenda-arrest dat de Hoge Raad eind vorig jaar uitsprak. Na een jarenlange juridische strijd bepaalde het hoogste rechtscollege van het land dat de overheid verplicht is meer maatregelen te nemen tegen „gevaarlijke klimaatverandering”. Die kan immers ook „de ingezetenen van Nederland ernstig treffen in hun recht op leven en welzijn”. De rechters vinden het zelfs een mensenrechtenkwestie om daar actie tegen te ondernemen.
De rechtbank heeft de verdere zittingen in de zaak gepland op 3, 15 en 17 december.