Bijbelkennis
De Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) die morgen wordt gepresenteerd, is totstandgekomen vanuit de intentie de eeuwenoude boodschap van Gods Woord weer verstaanbaar te maken voor de mens van nu.De behoefte aan zo’n bijbeluitgave is volgens de makers groot. Behalve dat zij manco’s zien bij bestaande vertalingen constateren zij ook dat onze taal inmiddels ingrijpend veranderd is, zodat tamelijk jonge bijbelvertalingen niet meer begrepen worden.
Deze argumenten kunnen niet zonder meer van tafel worden geveegd. Taal verandert en niemand kan beweren dat een bepaalde vertaling perfect is. Alleen degenen die zich op het standpunt van de Rooms-Katholieke Kerk in de Middeleeuwen stellen, zullen dat vol willen houden. Rome beschouwde de Vulgata toentertijd als onfeilbaar.
De reformatoren hebben daarentegen klip en klaar gesteld dat vertalen mensenwerk is en dat er in vertalingen dus altijd fouten te vinden zijn. Op grond van die gedachte kan er dus op zich geen bezwaar zijn tegen een nieuwe bijbelvertaling.
Of een nieuwe vertaling inderdaad de kloof tussen bijbelwoord en moderne mens overbrugt is echter maar de vraag. In de serie die in de achterliggende dagen naar aanleiding van de komst van de NBV is gemaakt, blijkt dat bij de meerderheid van ons volk een grenzeloze onkunde bestaat over hetgeen de Bijbel biedt.
Het ontbreekt zelfs aan de meest basale bijbelkennis, die op zich al nodig is om onze cultuur te begrijpen. Sommige universiteiten gaan inmiddels zo ver dat ze aankomende studenten theologie eerst een basiscursus bijbelkennis geven zodat zij met vrucht hun studie kunnen volgen. Radiopresentatoren die soms een bericht met een bijbelse naam moeten voorlezen, struikelen over de meest bekende namen of leggen bijna per definitie de klemtoon verkeerd.
Die onkunde bij de gemiddelde Nederlander hangt zeker samen met een grote desinteresse. Ook al beweren onderzoekers dat de vraag naar religieuze zingeving toeneemt, in de praktijk blijkt dat vaak niet meer te zijn dan het bevredigen van een vaag religieus gevoel, door godsdienstsocioloog Stoffels vorige week het ”ietsisme” genoemd: er moet iets zijn… Daarbij gaat het de moderne mens er vooral om zich prettig te voelen en veel minder om het zich wezenlijk en werkelijk verdiepen in de waarheid en de bedoeling van de bijbelse boodschap.
De geweldige onkunde en het gebrek aan interesse is schrikbarend. Dit mag de kerken en hun leden ook niet koud laten. Want het zijn wel allemaal mensen die op weg zijn naar hun eindbestemming.
Maar het is de vraag of het bieden van een nieuwe bijbelvertaling op zich een afdoend middel is om de moderne mens te bereiken. Zowel de vertaling ”Groot Nieuws voor u” als de boeken van ds. Ter Linden zijn uitgegeven met de bedoeling (onkerkelijke) tijdgenoten te interesseren voor de Bijbel. Uiteindelijk is dat op die manier niet goed gelukt.
Mensen die de moeite nemen zo’n moderne vertaling te lezen, noemen vaak achteraf het bezwaar dat deze „te gewoon” is. Zij verwachten dat een heilig boek een verheven stijl heeft die dwingt tot eerbied. Een eigentijdse vertaling slaat om die reden soms niet aan.
Maar er is meer. Onkunde en desinteresse bij de moderne, geseculariseerde mens worden ook en vooral gevoed door degenen die zeggen naar de regel van Gods Woord te willen leven. Wanneer zij in hun handel en wandel niet waarmaken wat ze met de mond belijden, is het niet verwonderlijk dat ontkerstende mensen schouderophalend voorbijlopen. Waarom zouden zij zich verdiepen in eeuwenoude teksten waaraan de kenners blijkbaar geen boodschap hebben?