Máxima digitaal op werkbezoek in Italië
Koningin Máxima is deze maandag op werkbezoek in Italië. Ze heeft daar onder meer een gesprek met premier Giuseppe Conte in het Palazzo Chigi. Voordeel voor de koningin: ze hoeft er deur niet voor uit. Het bezoek is volledig digitaal. Ook afgelopen woensdag was Máxima al virtueel in Rome.
Italië is de komende voorzitter van de G20, de groep van landen met de grootste economieën plus de Europese Unie. Koningin Máxima is vanuit haar functie bij de Verenigde Naties al een aantal jaren nauw betrokken bij het werk van de G20. Die landen kunnen immers het voortouw nemen bij het vergemakkelijken van toegang tot financiële diensten en het wegnemen van belemmeringen. Vandaar ook dat Máxima bijvoorbeeld in 2018 (Argentinië) en 2019 (Japan) tijdens de topbijeenkomst aanwezig was om met regeringsleiders, ministers en directeuren van centrale banken te praten.
Daar hoorde vorig jaar in Tokio het –achteraf omstreden– gesprek met de Saudische kroonprins Mohammed bin Saman bij. Die was op dat moment internationaal gezien aangeschoten wild vanwege zijn betrokkenheid bij –en volgens velen ook verantwoordelijkheid voor– de moord op de kritische Saudische journalist Jamal Khashoggi. Maar de kroonprins was ook de wegbereider voor de volgende ontmoeting van de G20, die eerder deze maand in Riyad werd gehouden. Geheel digitaal overigens, vanwege de coronacrisis. Toegang tot financiële diensten was een van de aandachtspunten van het Saudische voorzitterschap en daarom moest Máxima in haar VN-rol praten met de kroonprins.
Kwetsbaar
Inmiddels heeft Saudi-Arabië het stokje overgedragen aan Italië, dat na volgend jaar wordt gevolgd door Indonesië (2022) en India (2023). Dat zijn twee landen waar Máxima al regelmatig over de vloer is geweest om de plannen voor de zo noodzakelijke verbetering van de toegang tot financiële diensten een zetje in de rug te geven. In Nederland (99 procent) en Italië (93,8 procent) heeft vrijwel iedereen een bankrekening en een betaalpas. Geld overmaken en ontvangen kan op tal van manieren en veel transacties gaan automatisch en/of digitaal en verzekeringen zijn vanzelfsprekend, evenals pinnen en contactloos betalen.
Het gemak daarvan hoeft niet te worden uitgelegd, maar bijvoorbeeld in India en Indonesië is het helemaal niet vanzelfsprekend. In India heeft rond de 80 procent van de bevolking een bankrekening en in Indonesië ligt dat cijfers nog lager: rond de 50 procent. Het niet hebben van toegang tot financiële diensten –waaronder juist ook verzekeringen– maakt met name de onderkant van de samenleving kwetsbaar. Dan gaat het bijvoorbeeld om keuterboeren, kleine bedrijfjes, vrouwen op het platteland of in afgelegen dorpen. Zonder bijvoorbeeld een verzekering tegen natuurgeweld of spaarmogelijkheid om een beter zaaigoed te kopen is de kans op ontwikkeling en vooruitgang klein.
Gezonde bedrijfsvoering
In een toespraak-op-afstand bij de in Rome gevestigde wereldvoedsel- en landbouworganisatie FAO, waarbij onder anderen de Belgische koningin Mathilde en de Thaise prinses Sirindhorn toehoorder waren, bracht Máxima dat vorige week nog eens nadrukkelijk naar voren. „Met financiële diensten kunnen boeren schokken opvangen en in hun bedrijf investeren. Dit biedt de mogelijkheid voor een efficiëntere productie, verdere integratie met markten, middelen om moeilijke perioden te doorstaan en een algemeen groter economisch welzijn. Als zodanig biedt het bevorderen van financiële inclusie van kleine boeren een groot potentieel om duurzame voedselproductie, meer diversiteit van dit soort producten en gezonde voeding voor iedereen te ondersteunen.”
De situatie, die al niet rooskleurig was, is door de coronapandemie verslechterd. „Gesloten markten en grenzen hebben de vraag verstoord en de inkomsten uit gewasproducties negatief beïnvloed. Stedelijke migranten hebben banen verloren en kunnen geen geld naar huis sturen. Als gevolg hiervan worden kleinschalige boeren, met name vrouwen, geconfronteerd met pieken in voedselonzekerheid en toenemende armoede”, aldus Máxima bij de FAO. En wat geldt voor de voedselproductie, geldt ook voor andere sectoren. De coronacrisis heeft daar ook huisgehouden en veel vooruitgang van de afgelopen jaren tenietgedaan. Aan het begin van de zomer sprak koningin Máxima daar ook met zorg over.
Digitaal vergaderen
De noodzaak van goede financiële diensten, via mobiel bankieren bijvoorbeeld, was duidelijker dan ooit tevoren. „Dat hoef ik niet meer uit te leggen”, wist ze. „We hebben de afgelopen jaren heel veel werk gedaan en opeens komt daar Covid-19. Juist bij heel veel overheden is de noodzaak doorgedrongen om financiële diensten voor iedereen toegankelijk te maken. Hoe kun je zorgpersoneel echt op afstand betalen, gebruik van contact geld zo veel mogelijk vermijden en families die opeens geen inkomen meer hebben ondersteunen en subsidies laten ontvangen? Het belang daarvan is duidelijk, maar de vraag is dan hoe je dat doet.”
Tientallen conferencecalls en digitale vergaderingen met tientallen landen vervingen de gebruikelijke fysieke bijeenkomsten, zoals in de marge van de vergaderingen van de Wereldbank en de Verenigde Naties. De resultaten zijn daarbij niet altijd hetzelfde als bij echt persoonlijk contact, maar daardoor kon het werk wel doorgaan.
De virtuele reis naar Italië past in dat straatje. De koningin heeft er in haar VN-rol belang bij dat financiële toegankelijkheid ook onder het voorzitterschap van Giuseppe Conte op de agenda komt te staan. Daarvoor is het goed met hem te praten en afspraken te maken, of een tijdpad af te spreken. „Italië staat klaar om de internationale gemeenschap te leiden naar een duurzaam en inclusief herstel. We zullen de belangrijkste uitdagingen van nu aanpakken en de mens en de planeet centraal stellen in onze agenda om zo een welvarende toekomst voor iedereen op te bouwen”, aldus Conte eerder deze maand bij het overnemen van het voorzitterschap van de G20.