Amerika als wijkplaats voor de wereld
De Amerikaanse Revolutie (1774-1783) betekende een losmaking van het machtige Britse wereldrijk en luidde de geboorte in van een nieuwe staat.
Die staat zou in de loop van de tijd op zijn beurt uitgroeien tot een eveneens machtig wereldrijk, dat de wereld een geheel ander aanzien heeft gegeven. Geen twijfel dat de Amerikaanse Revolutie een wereldhistorische gebeurtenis was. Des te verwonderlijk is het dat in de geschiedschrijving de gebeurtenissen in Amerika altijd min of meer op zichzelf zijn beschouwd. In het nieuwe boek van Jonathan Israel –befaamd en begaafd schrijver van werken over de radicale verlichting en van wiens hand enige jaren geleden verscheen ”Revolutionaire ideeën. Een intellectuele geschiedenis van de Franse Revolutie” (2017– wordt de Amerikaanse Revolutie daarentegen in mondiaal perspectief gezien.
De Amerikaanse Revolutie, die aan de Franse Revolutie (1789-1799) voorafging, was de eerste en een van de belangrijkste afleveringen in een reeks van revolutionaire gebeurtenissen die in de periode 1775-1848 de Atlantische wereld overspoelden en die, evenals de Franse Revolutie, diepgaand werden beïnvloed door Amerika. Zij staat, zo schrijft Israel, aan het begin van de ontmanteling van de vroegmoderne hiërarchische wereldorde van koningen, aristocratie, kerkelijk gezag, lijfeigenschap, slavernij en koloniale wereldrijken, en gaf de aanzet tot de moderne samenleving waarin gemeenschappelijke vrijheid en gelijke burgerrechten als onopgeefbare verworvenheden gelden. De grote draagwijdte van dit Amerikaanse drama is Israels motivatie tot beschouwing van de achttiende- en negentiende-eeuwse revoluties in Amerikaans perspectief.
De Amerikaanse Revolutie, waarin een democratische of radicale en een aristocratische of hervormingsgezinde stroming valt te onderscheiden, was bezield door hoge idealen van vrijheid en menselijkheid waarin men ook de wereld buiten Amerika wilde laten delen. Thomas Paine, een van de invloedrijkste schrijvers van de Amerikaanse Revolutie, schreef dat Amerika veel goeds had te bieden, iets wat mogelijk zou zijn „door verdrukte mensen uit de gehele wereld een uitwijkplaats te bieden op een afzonderlijk continent dat op vele bijzondere wijzen begunstigd is; en door hier de grondslag te leggen voor een rijk dat de zetel van vrijheid, wetenschap en deugd kan zijn en vanwaar, zo valt te hopen, deze zegeningen zich verbreiden zullen tot zij universeel zijn en de tijd aanbreekt waarin koningen en priesters geen onderdrukkingsmacht meer zullen hebben, en waarin uitgeroeid zal zijn de schandelijke slavernij die tot nu toe de wereld onteerd heeft.”
Weerbarstige praktijk
De idealen van Paine en andere democratisch gezinde Amerikanen waren oprecht, maar de praktijk was vaak weerbarstig, wat duidelijk bleek uit het trage verloop van de kwestie van de slavernij. Deze en gene waren zich echter bewust van de kolossale tegenspraak tussen de verklaring van de grondrechten van de mens in de Onafhankelijkheidsverklaring (1776) en de handhaving van de slavernij, en al vroeg ontstond een antislavernijbeweging waaraan quakers en methodisten een belangrijke bijdrage leverden.
Bovendien had het staatsparlement van Pennyslvania in 1780 de eerste verordening voor afschaffing van de slavernij aangenomen. Dit laatste was van historische betekenis: „In maart 1780 werd voor het eerst in de geschiedenis een verordening voor afschaffing van zwarte slavernij uitgevaardigd door een westers wetgevend lichaam – aangespoord door een brede culturele en intellectuele beweging die op gang gebracht was door pamfletten en delen van de pers in de Noordelijke staten, met een felle stigmatisering van slavernij en actieve propaganda voor universele mensenrechten.” Niettemin was er nog een lange weg tot daadwerkelijke afschaffing (1863) te gaan.
Een van de groten van de Amerikaanse geschiedenis is de staatsman, schrijver en natuurkundige Benjamin Franklin (1706-1790), aan wie, evenals aan John Adams en Thomas Jefferson, twee andere Founding Fathers, een uitvoerige biografische schets is gewijd. Franklin heeft, zo schrijft Israel, een ongeëvenaarde internationale status gekregen als vertegenwoordiger van de democratische tendens en de belichaming van de hoogste waarden van de Amerikaanse Revolutie.
Bij hem begon de vernieuwing van het politieke denken waarvan gelijke natuurlijke rechten en het streven naar geluk de basis vormden, en op vele niveaus was hij een icoon van de verlichting. Zijn ideeën waren sterk verwant aan het gedachtegoed van de Franse filosoof Condorcet, die de verlichting, een kenmerk van radicale verlichtingsdenkers, zag als „de belangrijkste stap om het menselijk denken te bevrijden, de moderne wetenschap op weg te helpen en de vrijheid te verwerven.”
De Verenigde Staten waren Europa vóór geweest door zich op de nieuwe principes van de verlichting te baseren, en waren een land geworden „waar de rechten van de mens worden geëerbiedigd.” Nauw was de verwantschap tussen de radicale ideeën van Franse filosofen en Amerikaanse Founding Fathers als Franklin en Jefferson.
De invloed van de Amerikaanse Revolutie bleef niet beperkt tot Frankrijk maar strekte zich uit tot tal van andere democratische en revolutionaire bewegingen binnen en buiten Europa, zoals bijvoorbeeld de Ierse Revolutie (1775-1798), de Griekse Revolutie (1770-1830) en de Haïtiaanse Revolutie (1791-1804), een slavenopstand in de Franse kolonie Haïti. Tevens wordt aandacht besteed aan de revoluties van 1830 in Frankrijk, België, Duitsland en Polen, en die van 1848 in Frankrijk, Zwitserland, Italië en Duitsland.
Geloof
De betekenis van de Amerikaanse Revolutie voor de wereld, zo vat Israel samen, is erin gelegen „dat zij een nieuw soort staatsbestel te bieden had dat een scherp contrast vormde met het monarchaal-aristocratische politieke systeem van het ancien régime dat tussen 1750-1850 heerste in Europa, Latijns-Amerika, Afrika en Azië, en in de uitgestrekte koloniale rijken die toen, en nog lange tijd, de wereld in hun uitbuitende greep hielden. Zij was de smidse van de democratische moderniteit.” Woorden die het geloof van de schrijver in de zegeningen van de verlichting, specifieker de radicale verlichting, duidelijk vertolken. Een geloof dat ternauwernood in Frage wordt gesteld, maar waarbij toch ook kanttekeningen kunnen worden gemaakt. Is het erfgoed van de verlichting, met haar verheerlijking van de rede, haar gebrek aan historisch besef, haar afwijzing van een metafysisch gefundeerde moraal, wel uitsluitend positief? Men leze hiervoor Kinnegings ”De onzichtbare Maat. Archeologie van goed en kwaad” (2020), waarin tegen verlichting en romantiek in een pleidooi voor de klassiek-christelijke traditie wordt gevoerd. Deze kritische kanttekening doet echter niets af aan de grote waarde van deze voorbeeldige studie, die treft door haar groot vermogen tot historische synthese.
Boekgegevens
Lopend vuur. Hoe de Amerikaanse Revolutie de wereld in vlam zette, 1775-1848, Jonathan Israel; uitg. Van Wijnen; 823 blz.; € 59,50