Dat blijkt uit de voorlopige uitslagen die maandag door de centrale verkiezingscommissie en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa bekend zijn gemaakt. Het overgrote deel van de Servische minderheid in Kosovo heeft de verkiezingen geboycot.

De partij van Rugova, de Democratische Liga van Kosovo (LDK), kreeg 45,3 procent van de stemmen. De Democratische Partij van Kosovo (PDK) van voormalig rebellenleider Hashim Thaci eindigde met 28,65 procent op de tweede plaats en de Alliantie voor de Toekomst van Kosovo (AAK) van Ramush Haradinaj, eveneens een voormalige rebellenleider, met 8,28 procent op de derde. De vierde partij, met 6,26 procent, is de nieuwe beweging ORA, geleid door de uitgever Veton Surroi.

Veertigduizend stemmen die over de post of in Servië-Montenegro zijn uitgebracht, moeten nog geteld worden, maar OVSE-vertegenwoordiger Pascal Fieschi zei dat de uitslag hierdoor niet wezenlijk zal veranderen. De opkomst bij de verkiezingen was 51,11 procent.

De uitslag lijkt op die van de vorige verkiezingen in 2001. De partijen slaagden er toen in meer dan drie maanden niet in om een regeerakkoord te sluiten. De macht van de regering is beperkt en de uiteindelijke beslissingsmacht ligt bij de VN-missie in Kosovo.

Ongeacht hun deelname zijn 10 van de 120 zetels in het Kosovaarse parlement voor de Serviërs gereserveerd. De Serviërs boycotten de verkiezingen omdat hun veiligheid niet gewaarborgd zou zijn. Boycotleiders betoogden dat deelname aan de verkiezingen een vals beeld van een multi-etnische samenleving zou scheppen en onafhankelijkheid dichterbij zou brengen. De Serviërs willen dat Kosovo deel blijft uitmaken van Servië-Montenegro.

Secretaris-generaal Kofi Annan van de Verenigde Naties heeft de inwoners van Kosovo met het vreedzame verloop van de algemene verkiezingen gefeliciteerd. Tegelijkertijd sprak hij zijn teleurstelling uit over de geringe opkomst van de Servische kiezers. Hij riep alle politieke leiders in Kosovo op de uitslag te respecteren en snel over te gaan tot de vorming van een regering, die zich samen met de Verenigde Naties moet inzetten voor alle inwoners van Kosovo, waaronder de etnische minderheden.

NAVO-secretaris-generaal De Hoop Scheffer noemde de verkiezingen gisteren „een belangrijke mijlpaal voor Kosovo.” Ook hij was teleurgesteld over de „zeer geringe deelname van de Kosovaarse Serviërs” aan het verkiezingsproces.

EU-buitenlandcoördinator Javier Solana zei dat de Servische boycot niet tot oponthoud leidt in het besluitvormingsproces over de uiteindelijke status van de provincie. De onderhandelingen daarover beginnen pas als er voldoende vooruitgang is geboekt op terreinen als democratie, veiligheid, rechten van minderheden, terugkeer van vluchtelingen en economie. De gemaakte vorderingen worden medio 2005 getoetst.