Kerk & religie

Woestijnweg

Psalm 84:7

Johannes Groenewegen
26 November 2020 08:24Gewijzigd op 30 November 2020 11:32

„Als zij door het dal der moerbezienbomen doorgaan, stellen zij Hem tot een fontein; ook zal de regen hen gans rijkelijk overdekken.”

Schijnt de weg die God met Gods kind leidt en die Hij met hem wandelt niet recht op Kanaän aan te lopen dan zijn het, zoals met Israël, veel omwegen. Schijnt hij soms weer van Kanaän af te reizen en strijdt de weg Gods met zijn verstand, hij vertrouwt de wijsheid en goedheid van zijn Leidsman en Vriend met Wie hij wandelt, Die de weg wel weet. Die kent en verkiest de beste weg. Hij zingt: „Uw leiding is zo veilig.” Het loopt zo recht op Kanaän aan. Houdt de Heere een weg door een dorre landstreek waar geen voorraad is, waar hij als in een dorre woestijn aan alles gebrek heeft naar ziel en lichaam, hij is toch tevreden. Hij vertrouwt als er geen koren groeit dat het dan manna uit de hemel zal regenen. Als er geen rivieren zijn, zal er water uit de rotssteen vloeien. Hij gelooft de beloften: De ellendigen en nooddruftigen zoeken water, maar daar is geen. „Hun tong versmacht van dorst. Ik, de Heere, zal hen verhoren; Ik, de God Israëls zal hen niet verlaten.” Hij gelooft Davids bevinding. Hij wacht zich voor gemopper als zij geen water vinden. Leidt de weg door een hete moeilijke zandwoestijn, hij wil echter met de Heere wandelen. Als zij door het dal der moerbezienbomen wandelen, stellen zij Hem tot een fontein.

Johannes Groenewegen, predikant te Werkendam

(”Verzameling van veertien preken”, 1766)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer