Opinie

Euthanasieprotocol mag geen afvinklijstje worden

In april besliste de Hoge Raad dat een arts die in 2016 euthanasie verrichtte bij een diepdementerende patiënte terecht niet strafrechtelijk was vervolgd. Dat oordeel werd door veel van haar beroepsgenoten met gemengde gevoelens ontvangen. Oordeelde de raad niet wat al te makkelijk dat in deze zaak aan alle zorgvuldigheidseisen was voldaan?

Hoofdredactie
25 November 2020 11:05Gewijzigd op 30 November 2020 11:30
beeld ANP, Roos Koole
beeld ANP, Roos Koole

De patiënte had haar wens om gezien haar ziekte door euthanasie te overlijden vooraf op papier gezet, maar dat schriftelijk verzoek was onduidelijk over het wanneer. Geen onoverkomelijk bezwaar, zo viel in het arrest te lezen: onder meer door gesprekken te voeren met haar kinderen had de arts alsnog achterhaald hoe de vrouw haar wilsverklaring had bedoeld.

Dat de patiënte, kort voor ze de dodelijke injectie kreeg toegediend, gebaren maakte die erop leken te duiden dat ze zich daartegen wilde verzetten, hoefde volgens de raad voor de arts ook geen reden te zijn om de uitvoering te staken. De vrouw was wilsonbekwaam, daarom kwam aan die uitingen volgens het arrest geen betekenis meer toe.

Dat een substantieel deel van de Nederlandse artsen zich ongemakkelijk voelde bij dat oordeel is geen geheim. Sommigen, ruim vierhonderd om precies te zijn, zetten publiekelijk hun handtekening onder een petitie, waarin zij verklaarden: „Onze morele weerzin om het leven van een weerloos mens te beëindigen, is te groot.” Het is dan ook een veeg teken dat de regionale toetsingscommissies voor euthanasie finaal aan dit statement voorbijgingen en op grond van één rechtszaak kozen voor een grondige verbouwing van de euthanasiecode; de handreiking die artsen, patiënten en hun familie duidelijk maakt hoe de euthanasiewet moet worden geïnterpreteerd.

De strekking van de nieuwe code is duidelijk: hoe de bezorgde artsen er ook over denken, een handelwijze die de Hoge Raad eenmalig bekrachtigde, is voortaan de norm. De commissies onderstrepen daarmee in een stuk dat sturend is voor de besluitvorming dat de uitleg die de familie aan een wilsverklaring geeft doorslaggevend kan zijn.

Terecht wierp SGP’er Roelof Bisschop woensdag in de Tweede Kamer in een debat met zorgminister De Jonge de vraag op of die stap niet veel meer behelst dan alleen een verduidelijking. Is euthanasie straks ook gelegitimeerd bij een rammelende wilsverklaring als de familie haar exegese ervan maar voldoende overtuigend (om niet te zeggen: intimiderend) overbrengt? De wet beoogde toch slechts ruimte te bieden voor levensbeëindiging „op uitdrukkelijk en ernstig verlangen” van de patiënt?

Door te euthanasiecode te versoepelen, zetten de regionale toetsingscommissies voor euthanasie een nieuwe stap naar een praktijk waarin het euthanasieprotocol niet meer dan een afvinklijstje dreigt te worden. Zo’n glibberig pad naar de finale besluitvorming zou onbestaanbaar moeten zijn.

Hier past maar één hartenkreet: Stop!

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer