Vloeken in kinderboeken
Uit het Kinderboekenonderzoek van de Bond tegen vloeken van dit jaar blijkt dat twee van de drie kinderboeken grove taal bevat. En ruim 40 procent van de onderzochte boeken bevat vloeken.
Nog nooit kwam de bond in het ruim honderdjarig bestaan zo vaak dé vloek tegen in kinderboeken. Dit jaar komt die in de onderzochte kinderboeken tenminste 35 keer voluit voor. Vorig jaar kwam de grofste vloek eenmaal voor en het jaar daarvoor helemaal niet. Mogelijk komen er nog meer vloeken voor in kinderboeken, want het onderzoek van de bond beperkte zich tot de boeken die van de Griffeljury en de Kinderjury een prijs of waardering ontvingen.
Het zou goed zijn als over het taalgebruik in kinderboeken een bredere maatschappelijke discussie ontstaat. Jongeren die grove taal en vloeken in kinderboeken lezen, nemen dit soort woorden gemakkelijk over.
Vloeken is onfatsoenlijk. Voor christenen is het onnodig of verkeerd gebruiken van de naam van God kwetsend. Dat vindt zijn oorsprong in de Bijbel. God verbiedt in het derde van de tien geboden het misbruik van Zijn Naam. Hij houdt niet voor onschuldig die Zijn Naam ijdel gebruikt.
Hier ligt een duidelijke verantwoordelijkheid voor schrijvers. Een goede schrijver heeft toch geen grove taal en vloeken nodig om zijn of haar punt te maken? Maar als de schrijvers doof zijn voor kritiek, zouden dan kinderboekenjury’s hun verantwoordelijkheid kunnen nemen? Dat kan bijvoorbeeld door boeken met vloeken een minder hoge waardering te geven.
Verder zouden ouders ook tot een boycot kunnen besluiten door dergelijke boeken niet aan te schaffen. Of uitgevers zouden samen een vuist kunnen maken om jonge kinderen te beschermen.
Het is in Nederland anno 2020 ongebruikelijk om de overheid bij dit soort uitingen een verantwoordelijkheid te geven. Als er nog iets ‘heilig’ is in dit land dan is dat de vrijheid van meningsuiting. Maar onze overheid is zeker niet neutraal. Dat bleek deze en vorige week duidelijk tijdens de hele discussie over de identiteitsverklaringen in het reformatorisch onderwijs.
Als de overheid wil zorgen voor een veilig schoolklimaat, dan ligt ook hier een taak. Zonder nu in alles een voorbeeld te nemen aan Rusland; de regering daar durft het wel aan om vloekwoorden te verbieden. Ieder die ze in films, toneelstukken, muziek of andere publieke optredens verwerkt, krijgt een boete. Films, boeken, en andere vormen van entertainment met vloekwoorden mogen alleen worden verspreid in verpakkingen met een waarschuwingslabel.
Het doel van de regel is „het waarborgen van de rechten van Russische burgers op het gebruik van de volkstaal en het beschermen en ontwikkelen van taalcultuur.” Rechtse partijen die president Poetin te vriend willen houden, kunnen hier niet tegen zijn. Maar linkse partijen ook niet. „Volksverheffing” is vanouds een van de minst slechte socialistische idealen.