Oppositie wil vaart zetten achter hoger minimumloon
De oppositie in de Tweede Kamer wil het liefst al voor de verkiezingen van volgend jaar een verhoging van het minimumloon „regelen”. Nu ook VVD en CDA zich daar in hun verkiezingsprogramma’s voor uitspreken, kan zo’n stap op papier immers rekenen op een ruime meerderheid.
Een hoger minimumloon is volgens de linkse partijen hard nodig omdat veel mensen met laagbetaald werk nu niet rond kunnen komen. Zij zijn daardoor afhankelijk van een rammelend toeslagensysteem, een situatie waar ook de coalitiepartijen inmiddels graag van af willen.
De oppositie greep het debat over de begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid dan ook aan om ook de coalitiepartijen tot actie te bewegen. „Volgens mij wil de hele Kamer een hoger minimumloon, en volgens mij zouden we dat nu met elkaar moeten kunnen afspreken”, aldus 50PLUS-fractievoorzitter Corrie van Brenk.
GroenLinks-Kamerlid Paul Smeulders sprak van „een politieke kans” die hij zo snel mogelijk wil „verzilveren”. Ook SP’er Jasper van Dijk stelde vast dat zijn strijd voor een hoger minimumloon in de aanloop naar de verkiezingen „momentum” begint te krijgen.
Maar VVD-Kamerlid Chantal Nijkerken-de Haan temperde direct de verwachtingen. Hoewel haar partij inderdaad ook denkt aan een hoger minimumloon, moet dat volgens haar wachten tot in ieder geval na de verkiezingen. „We zitten midden in de ergste crisis die we in decennia hebben meegemaakt”.
Een „primeur”, schamperde Van Dijk. Niet eerder pleegde een partij „kiezersbedrog al voor de verkiezingen”, hield hij Nijkerken-de Haan voor. Maar zij hield vol dat haar partij een verhoging alleen wil in samenhang met zaken als de belastingdruk en de toeslagen, en als de economische situatie het toelaat.
CDA-Kamerlid René Peters bood wel een uitgestoken hand. „Iedereen vindt wel ongeveer hetzelfde, maar dan net weer even anders”, constateerde hij. „Laten we kijken of wij wat we met zijn allen vinden, op een hoopje kunnen gooien en er iets normaals van kunnen brouwen.”