Consument

Schoonheid: Zuurtje

Wat had ik in deze regels graag de chocolademelk bezongen. Onvervalste, zoetdampende W. G. van de Hulst-kost, geschapen voor winters waarin de sneeuw in je wangen bijt en het buiten zo bitter, bitter koud is. „Een kopje heerlijke, warme chocola, en twee lange beschuitjes met suiker erop. Lékker!”

Sarah van der Maas
17 November 2020 14:48Gewijzigd op 30 November 2020 11:06
beeld Sarah van der Maas
beeld Sarah van der Maas

Maar ik lust geen chocolademelk. In elk geval niet warm.

Natuurlijk heb ik het geprobeerd, als kind, op de ijsbaan. Gloeiendheet en mierzoet, een klodder slagroom van Titanicwaardige proporties aan de oppervlakte dobberend. Na drie slokken was ik witweggetrokken misselijk. Het blijft tragisch, zo’n moment waarop je voorstellingsvermogen en gevoel voor traditie schipbreuk lijden op de klippen van de harde werkelijkheid…

Minder te betreuren maar evengoed zuur was mijn eerste tête-à-tête met rode wijn. Nog ver voor de gerechtigde drinkleeftijd zwijmelde ik weg bij de gedachte aan middeleeuwse banketten waarop de robijnkleurige godendrank in kristal stond te flonkeren. Ik weet niet precies waar mijn denkbeeldige smaakpapillen zich, met cassis en druivensap als enige referentiekader, op dachten voor te bereiden, maar de confrontatie met een daadwerkelijke cabernet sauvignon, heel wat jaren later, was op z’n best wrang te noemen.

Toch wordt de wijnpagina van de Allerhande in huize Van der Maas nog altijd hardop gedeclameerd. „Met tonen van mokka en zwarte bes en een fluwelen afdronk.” Daar zou je toch spontaan je lidmaatschapskaart van de geheelonthoudersbond voor verscheuren?

De kracht van een vergelijking zit ’m in het koppelen van het verborgene aan het vertrouwde. Iets wat in eerste instantie misschien een ver-van-mijn-bedshow lijkt, wordt met een juiste associatie tot leven gewekt. Relateren is bruggenbouwen. Maarten Luther had dat al begrepen.

Dat de hemel alleen te bestormen was via de Latijnse ladders van kardinalen en kanunniken, vond hij verwerpelijk. Elke christen was een priester en moest als zodanig de Bijbel kunnen lezen – in zijn eigen taal. Herkenning was daarbij essentieel. Bij zijn Bijbelvertaling zette Luther daarom bijvoorbeeld de in de nieuwtestamentische tijd gebruikte geldstukken om in Duitse munten van dezelfde waarde, zodat ook „de moeders in de huizen en de kinderen in de straten” zouden vatten wat ze vatten moesten.

Want niet iedereen is een wijnkenner of vinoloog. Aan de gewone sterveling gaan doorgaans het zuurtje van framboos en de hint van karamel voorbij. Proefening baart kunst – of het nu om wijn of het Woord gaat.

Het zij verre dat ik om deze reden overmatig alcoholgebruik zou stimuleren. Maar gelukkig is er thee. De gemiddelde Nederlander drinkt er maar liefst 3,2 koppen per dag van, wat me een prima basis lijkt voor een exercitie in het fijnproeven. Laten we vooropstellen: ik ben geen kenner. De eerste keer dat ik gemberthee zag, dacht ik dat het aardappelwater was. Maar gelukkig is daar de theesommelier: expert in het toebereiden, trekken én toetsen van theeën. Deze beroepsgroep heeft ter vergemakkelijking van het proefproces zelfs een officieel „smaakwiel” ontwikkeld, waarop het volledige spectrum aan theetonen is onderverdeeld in diverse categorieën. Zo kan een doorsnee ceylonthee als bloemig, zoet (nectar, mout), rokerig (as, teer) of plantaardig (natte stenen, zaagsel) beschreven worden. Wel zo handig als je de menukaart van je theetuin moet opstellen. „Mild en reinigend, met tonen van vis en rottend hout.” Mmmm…

Goed proeven betekent ontdekken. Zoals vinologen hun blik verbreden door hun smaak te verdiepen, zo kan zorgvuldig opmerken een mens helpen om dat wat hij niet vat toch binnen handbereik te brengen. Door woorden te geven aan het ongrijpbare breng je de hemel dichter bij de aarde. Het schenkt je een boek in je eigen taal. En dat is eigenlijk precies wat Luther 500 jaar geleden al verkondigde. Beproeft alle dingen, behoudt het goede. Elk christen hoort een thee-oloog te zijn.

Sarah van der Maas

Sarah van der Maas (1995) studeerde algemene en sociale geschiedenis in Leiden en Groningen. Verhalen vertellen is haar passie: of die zich nu afspelen in een ver en vreemd verleden of om de hoek van de straat. In september verscheen haar eerste historische roman: ”Nooit meer wachten”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer