Niet iedere Amerikaan kan gaan stemmen
Grofweg klopt het: Iedere Amerikaan van 18 jaar en ouder is kiesgerechtigd. Toch zijn er miljoenen volwassen Amerikanen die hun stem niet willen of niet kunnen uitbrengen.
Waarom kunnen veel Amerikanen niet stemmen?
Burgers in de VS die gebruik willen maken van hun stemrecht moeten zich eerst als kiezer registreren. In veel staten dient dat enkele weken voor de verkiezingen te gebeuren; in ongeveer een derde van de staten kan het ook nog op de verkiezingsdag zelf plaatshebben. Wie geen kiezerspas heeft, kan niet stemmen.
Hoe groot is die groep?
Uit een studie uit 2012 blijkt dat 24 procent van de stemgerechtigde bevolking van de VS niet is geregistreerd. Dat zijn ruim 50 miljoen Amerikaanse burgers.
Waarom zijn mensen niet geregistreerd?
Een belangrijke reden is dat instanties in verschillende staten de registratie bemoeilijken. Het ligt voor de hand dat degene die zich wil registreren zich eerst zal moeten legitimeren. Dat is de regel in 33 staten. In een aantal van die staten zijn de eisen aan het noodzakelijke identificatiebewijs heel streng, bijvoorbeeld een paspoort met foto. In andere staten voldoet het inschrijvingsbewijs van de ziektekostenverzekering al. In een beperkt aantal staten is geen identificatiebewijs nodig.
Maar iedereen heeft toch wel een rijbewijs of paspoort?
Dat is in Amerika lang niet altijd het geval. Het probleem is dat vooral de armere burgers die papieren niet hebben omdat de aanvraag daarvan duur is: het rijbewijs zelf kost rond de twintig dollar, maar meestal heb je als burger een geboorteakte nodig (honderd dollar) als je een nieuw identiteitsbewijs wilt aanvragen. Heb je deze identiteitsbewijzen niet, dan kun je geen kiezerspas krijgen en mag je dus niet stemmen.
Zijn er nog andere hindernissen?
Ja, soms worden extra regels gesteld waardoor bepaalde groepen worden uitgesloten. Vaak moet je bijvoorbeeld bij een registratie een straatnaam opgeven. Maar indianen in reservaten wonen niet aan een straat. Het gevolg is dat zij niet kunnen gaan stemmen. In sommige steden wordt gevraagd om een recente elektriciteitsrekening te overleggen. Daklozen kunnen dat uiteraard niet. Dus mogen ze niet stemmen.
Een andere hobbel kan zijn dat het bureau waar je de noodzakelijke identiteitspapieren kunt halen op grote(re) afstand van je woonplaats is. Een voorbeeld: in de staat Texas heeft ruim een derde van de counties geen kantoor waar men deze identiteitspapieren kan krijgen. Wil men die bemachtigen dan moet men een behoorlijke reis naar een andere stad maken. Daarvoor hebben armere Texanen niet de tijd of het geld.
Kun je het kiesrecht ook verliezen?
Zeker, gevangenen of veroordeelden mogen in 48 staten niet stemmen. Alleen in de staten Maine en Vermont krijg je in de gevangenis gewoon een stembiljet toegestuurd. Maar in de meeste staten mogen gevangenen niet stemmen. In ca. tien staten krijgt een ex-gevangene zijn kiesrecht nooit meer terug. Dat past helemaal bij de manier waarop in de VS wordt gesproken over iemand die een misdrijf heeft begaan: dat is niet ‘een mens met een strafblad’, maar een ‘felon’, een ‘veroordeelde misdadiger’. In totaal gaat het om zo’n zes miljoen (ex-)gevangenen die geen stembiljet krijgen.
Kun je ook op andere manieren je stemrecht kwijtraken?
Ja, zelfs ongemerkt. Uiteraard moeten de lijsten van geregistreerde kiezers van tijd tot tijd ook gecontroleerd worden. Bij dat schonen van de lijsten verdwijnen soms ‘plotseling’ reeksen kiezers van de partij die lokaal of regionaal in de oppositie zit. Op die manier wordt soms honderden burgers met een administratieve handeling hun stemrecht ontnomen. In Brooklyn werden in 2016 ongeveer 60.000 als Democraat geregistreerde stemmers op non-actief gezet zonder dat ze daarvan op de hoogte waren gesteld. Pas op de dag van de verkiezingen kwamen ze er op het stembureau achter. Toen was het te laat.
Wordt hier niets aan gedaan?
Zeker. Al in de jaren negentig is geprobeerd met federale wetgeving de registratieprocedure te vergemakkelijken. Deze Motor Voter Act, waarvoor president Clinton zich sterk maakte, leidde tot een forse toename van het aantal geregistreerde kiezers. Maar lokale overheden hebben nadien weer allerlei aanvullende maatregelen genomen. Die moeten vervolgens dan weer aangevochten worden bij de rechter. In de meeste gevallen is het oordeel van de rechter dat aanvullende regels niet terecht zijn. Maar daarmee is dan nog niet elke hindernis weggevaagd. Want… de uitspraak van de rechter moet wel aan het volk bekend worden gemaakt. En dat gebeurt vaak niet. Zo bepaalde de rechter in 2016 vlak voor de verkiezingen dat er in de staten Wisconsin en Texas een extra stemmogelijkheid geboden moest worden aan mensen zonder geldig identiteitsbewijs. Maar dat werd deze burgers niet verteld.
En wat als je wel mag, maar niet wilt stemmen?
Dan kun je gewoon thuis blijven. In de VS is er geen verplichting om naar de stembus te gaan. Sommige burgers doen dit uit onvrede over de kandidaten.
Thuis blijven is niet de enige optie. Je kunt in het stemhokje ook een andere naam aanstrepen. In sommige staten doen er ook enkele kleine partijen mee.
Een derde mogelijkheid is: zelf een naam invullen van iemand die je capabel acht. Het stembiljet biedt die mogelijkheid. De Republikein Mitt Romney maakte daar in 2016 gebruik van. Hij vulde de naam van zijn vrouw in.