Universiteiten pleiten voor promotiebeurs
De Vereniging van Universiteiten (VSNU) ziet toekomst in de zogeheten student–promovendus die niet in dienst is van de universiteit maar een beurs krijgt. Deze vorm wordt populairder als gevolg van het bachelor–master–systeem, zo voorspelt de VSNU in een zogeheten ’position paper’ dat de vereniging volgende week presenteert.
Nu zijn promovendi nog meestal in dienst van de universiteit, of doen ze onderzoek in hun vrije tijd en voorzien ze zelf in hun levensonderhoud. Een beurs heeft als voordeel dat de promovendus zelfstandiger kan werken, geen les hoeft te geven en dat de universiteit geen loon hoeft te betalen.
De beurs kan door de universiteit worden verstrekt maar ook bijvoorbeeld door de overheid of een bedrijf. Een aantal univerisiteiten heeft daar al ervaring mee opgedaan. Hieruit is gebleken dat deze vorm geen negatieve invloed heeft op de prestaties.