Bijbeluitleg rabbijnen brengt christenen in verwarring
Zitten aan de voeten van rabbijnen en luisteren naar hun uitleg van het Oude Testament leidt af van de enige werkelijk belangrijke vraag: Wat denkt u van Jezus? Hij is de hoogste Profeet en Leraar.
Na kennisname van het Parasja-project, een initiatief om christenen kennis te laten maken met de Joodse Bijbeluitleg (RD 2-10), dringen zich bij mij wel een paar vragen op. Gaat het getuigend gesprek dat de kerken met Israël willen voeren nu veranderen in: zitten aan de voeten van de rabbijnen? Moeten zij ons gaan uitleggen wat er in het Oude Testament staat en moeten wij daar vooral ook naar luisteren?
Als het nu om luisteren naar Messiasbelijdende joden zou gaan, was het nog wat anders. Maar ook dan is het nog de vraag of we aan de voeten van Gamaliël moeten gaan zitten. Ja, daar heeft Paulus gezeten vóór zijn bekering. Maar wat heeft hem dat opgeleverd? Hij zocht zijn heil in het onderhouden van de joodse wetten. Hij was ervan overtuigd dat hij daardoor zalig zou worden. Hij was ervan overtuigd dat hij naar de maatstaf van de wet absoluut rechtvaardig was. Hij is er geen zondaar voor God door geworden.
De Heere Jezus heeft Paulus onderwezen. Hij kwam aan de voeten van de door God gezonden Verlosser terecht. Toen kwam hij erachter dat al zijn deugden een wegwerpelijk kleed waren. Hij heeft dat alles schade en drek gerekend om de uitnemendheid van de kennis van Jezus Christus. Van Hem heeft hij geleerd hoe hij het Oude Testament moet uitleggen. Zo is het ook met de andere apostelen. Zij hebben het van de Heere geleerd en wij mogen het op onze beurt weer van hen leren. De Heilige Geest gebruikt dat onderwijs van de Heere Jezus en van de apostelen om ons in te leiden in al de waarheid. De waarheid is Jezus Zelf.
Wie heeft de kamerling uit Ethiopië onderwezen in de profetie van Jesaja? Dat was geen rabbijn maar een Messiasbelijdende Jood, Filippus. Hij mocht hem bij Jezus brengen. Daar ging én gaat het toch om!
Eén Naam
Erg stuitend vind ik dat drs. Groothedde spreekt van een geschilpunt tussen joden en christenen, namelijk Jezus Christus, maar dat daar buiten om heel wat van de joden te leren is. Nog even en we gaan rabbijnen uitnodigen om in de zondagse eredienst de gemeente te onderwijzen. Nog een stapje verder: we vragen ook nog een imam. Die heeft ons ook wel wat te vertellen over Abraham, Ismaël en Isa. Dat past helemaal in het hedendaagse syncretisme.
Secretaris-generaal van de Wereldraad van Kerken dr. W. Visser ’t Hoofd (1900-1985) zag dat als een levensgroot gevaar en schreef het boek ”No other Name” (”Geen andere Naam”). Er is geen andere Naam onder de hemel gegeven onder de mensen (door welke wij zalig moeten worden) dan de Naam van Jezus. Dat verkondigden de Messiasbelijdende apostelen aan het Joodse Sanhedrin, dat hun verbood te leren in de Naam van Jezus.
Groothedde zegt: „Christenen gebruiken het Nieuwe Testament vaak als leessleutel voor het Oude Testament. Dat kleurt de uitleg.” Mijn vraag is: moeten wij het anders doen dan de Heere Jezus en de apostelen? Ze beginnen bij teksten uit het Oude Testament en verkondigen dan Jezus.
Aan Jezus’ voeten
Brengt het zitten aan de voeten van rabbijnen christenen niet in verwarring? Ik denk het wel. Vooral in deze eenzijdige setting. Moeten wij zo nodig kennisnemen van de zeventig manieren om de Thora uit te leggen? Of moeten wij vooral ook, want dat zal wel de bedoeling zijn, de joodse feesten integreren in onze christelijke feesten. En moeten wij dan ook het Loofhuttenfeest en Purimfeest gaan vieren? Nog een stapje verder: moeten wij soms de eerste dag van de week inruilen voor de zevende dag? En moeten heidenchristenen zich net als de joden laten besnijden?
Er zijn al wel wat christenen deze weg opgegaan. Hierdoor zijn gezinnen verscheurd en gemeenten in verwarring gebracht. Het leidt af van de enige werkelijk belangrijke vraag: Wat denkt u van Jezus? Hij is de hoogste Profeet en Leraar, Die ons de weg der zaligheid volkomen heeft geopenbaard. De Vader zegt van Hem: „Deze is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem” (Mattheüs 17:5). Deze boodschap hebben wij nodig en moeten we ook aan Joden en heidenen verkondigen. Zij en wij kunnen alleen zalig worden door Jezus, de door God gezonden Verlosser. Zalig wie aan Zijn voeten mag zitten en in Hem gelooft.
De auteur is hervormd emeritus predikant.