Flexibiliteit bedreigt onderwijs én kerk
De behoefte om onderwijs te personaliseren, is er ook in de kerken. Vanouds stonden Woord en uitleg centraal, tegenwoordig helaas steeds meer de zoekende, actieve hoorder/kijker.
De flexibiliseringsdeskundigen Wild, Van der Vegt en Den Hertog stellen dat in het hoger onderwijs het roer om moet en, om dat mogelijk te maken, huidige wettelijke belemmeringen uit de weg moeten worden geruimd (RD 21-9). Het oude didactische concept waarin de lesstof centraal staat, moet veranderd worden in flexibel en persoonlijk onderwijs op maat. Niet het curriculum, maar de student moet centraal staan. Dit is niet echt een nieuwe zienswijze, want dit verhaal wordt al vele jaren verteld, maar lijkt in deze coronatijd in een stroomversnelling te komen als we letten op wat in het onderwijs en in de kerk gaande is.
Onderwijsprofessionals van de oude stempel kun je vergelijken met deskundige koks. Maar… willen die met hun tijd meegaan, dan moeten ze wel omgeschoold worden tot faciliterende en coachende entertainers die het hun klanten zoveel mogelijk naar de zin maken. De gasten moeten meer inspraak krijgen en als het even kan zelf de menukaart (helpen) samenstellen. Met andere woorden: de behoeften van de klanten moeten centraal staan. In economische termen: er moet niet aanbod- maar vraaggestuurd worden gewerkt. Om nog even bij het beeld van de kok te blijven: de kok moet zijn keuken beschikbaar stellen en de ingrediënten klaarzetten. De gasten mogen dan zelf hun eigen gerecht samenstellen. Een echte kookworkshop dus. Alles mogen ze zelf bedenken en uitvoeren. Koken moet vooral spannend, lekker en leuk zijn. De Schijf van Vijf mag in de kast blijven. Experimenteren met nieuwe combinaties is leuk en bevordert de eetlust.
Koken is niet langer saai en vermoeiend, maar flexibel en uitdagend. Dat het resultaat vaak bestaat uit flutgerechten, liflafjes en misbaksels wordt op de koop toe genomen of verweten aan de kok, die te weinig ingrediënten in huis had of een verouderde keukeninventaris beschikbaar stelde. Maar niet te lang getreurd, op naar de volgende workshop. Het leuke is ook dat een ‘volledige vergunning’ om een workshop aan te bieden niet nodig is. Om op de nieuwe behoeften van de klanten te kunnen inspelen, moeten inrichtingseisen en horecavergunningen wel flexibel zijn. Daarvoor moet de Horecawet up-to-date worden gemaakt.
Diversiteit
Met digitale tools (multimedia, online vergaderen, virtuele classrooms, streaming enzovoort) kom je tegenwoordig in het onderwijs een heel eind. Op efficiënte wijze kan ingespeeld worden op de diversiteit in achtergronden en leerbehoeften van de studenten. We leven immers in een nieuwe wereld, waarin geïndividualiseerde ‘spelers’ in hun eigen ontwikkeling investeren. Zij moeten, al naar behoefte, op kosten van de gemeenschap in de gelegenheid worden gesteld om bij te scholen, om te scholen en op te scholen. De oude aanpak met hoor- en werkcolleges belemmert de nieuwe, flexibele, gepersonaliseerde programma’s alleen maar. De ouderwetse opleiding met zijn starre organisatie moet niet langer het centraal organiserend principe zijn, aldus de vernieuwers. Die zijn uit de tijd. We leven in een nieuwe wereld met andere mensen.
Individu zelfsturend
Het kan niet anders of deze ontwikkeling heeft consequenties voor de kerken. De parallellen liggen voor het oprapen. Kerkgebouwen waarin op vaste tijden diensten worden gehouden, zijn niet meer nodig. Flexibele leermogelijkheden en leermomenten worden leidend. Digitalisering maakt het mogelijk om overal diensten mee te beleven en ‘modules’ te volgen. Tot ver over de (kerkelijke) grenzen. Een wereld gaat open. Het individu is daarbij zelfsturend. Wat je niet weet zoek je zelf op. Liturgische vernieuwingen en nieuwe hermeneutische inzichten zijn binnen handbereik.
Niet het Woord en de uitleg door een godgeleerde staat centraal in een ‘bijeenkomst’ maar de zoekende, actieve hoorder/kijker met zijn wensen en ”experiences”. Kortom, zijn of haar behoeften en ideeën gelden als organiserend principe. Daaraan is alles ondergeschikt.
Spreekt een eredienst niet aan, of past hetgeen gebracht wordt niet bij de leerbehoefte, dan zap je weg en zoek je een dienst, een module of een ‘event’ waarin je je wel kunt vinden. Ook de mensen met wie je samenleeft, sprokkelen, los van elkaar, op eigen niveau en naar eigen behoefte, hun kostje bij elkaar. Formulieren van eenheid, geschriften van onze voorvaderen en allerlei andere dingen ‘uit de oude doos’ worden als moeilijk, gedateerd en achterhaald beschouwd. Ze functioneren niet meer en worden om die reden ”kaltgestellt”.
Het roer moet om in de kerken, zeggen velen. Eigenlijk is het al om, als we letten op de reacties van de kerkelijke roergangers die de boodschap zoveel mogelijk willen aanpassen aan de wensen van leden en niet-leden om hen voor Christus te winnen.
De auteur is econoom, historicus, politicus en ouderling.