Eensgezind optreden nodiger dan ooit voor EU
Ursula von der Leyen beloofde een geopolitieke commissie met een sterkere stem in de wereld. Die zou de strategische soevereiniteit beschermen. Nu een pandemie heerst, schittert een geopolitiek Europa door afwézigheid.
Te midden van een pandemie, klimaatverandering en een wereldwijde recessie verwisselen grootmachten de onderlinge banden tussen landen voor wapens, om elkaar te straffen. China dreigde met het inhouden van medische voorraden voor Europese landen die het land niet steunen. Amerika dreigt met economische sancties om zijn Iranbeleid Europa te kunnen opleggen. Turkije dreigt vluchtelingen naar Europa te sturen als de EU het land geen geld betaalt of Libië niet steunt. En Rusland bemoeit zich met onze verkiezingen en politiseert zijn gasleveranties.
Volgens opiniepeilingen van de Europese Raad voor Buitenlandse Betrekkingen (European Council of Foreign Relations; ECFR) vinden velen daarom dat gezamenlijk optreden noodzakelijk is om de nationale soevereiniteit te behouden. Daarbij wil 63 procent van de Europeanen meer Europese samenwerking vanwege de coronacrisis. Zelfs in minder Europeesgezinde lidstaten, waaronder Frankrijk, Zweden en Denemarken, staat meer dan de helft van de respondenten hierachter.
Ondanks deze burgereis kwam de term ”geopolitieke commissie” in Von der Leyens ‘State of the Union’ niet voor. Ze bood in de toespraak een waslijst problemen, maar zei niet dat Europa zijn geopolitieke beleid moet herzien.
Solidair
Von der Leyen zal twee essentiële problemen moeten aanpakken:
Het eerste probleem betreft de EU-lidstaten. Alle lidstaten willen een meer geopolitiek Europa, maar de meeste denken eerst aan hun eigen geopolitieke zorgen. De staten in het oosten willen focussen op Rusland. De zuidelijke staten vragen aandacht voor de problemen aan de overkant van de Middellandse Zee of zijn bezorgd vanwege de Balkan of Turkije. Voor een groot deel van Noord-Europa heeft de bescherming van de EU tegen Chinese handelsplunderingen prioriteit.
Uiteraard oefent de voorzitter van de Europese Commissie geen controle uit op de lidstaten, ook niet op het gebied van nationale veiligheidskwesties. Maar wil de zozeer verdeelde EU geopolitieker optreden, dan moet zij deze kwesties prioriteit geven. Zo kan zij de lidstaten solidair maken, zodat die zich ook willen buigen over kwesties die hun niet interesseren. En alleen als er solidariteit is, kunnen geschillen tussen lidstaten worden beslecht.
In de toespraak werd dit erkend. Voorgesteld werd om inzake het buitenlands beleid een gekwalificeerde meerderheid van stemmen (dat wil zeggen: met aanvullende voorwaarden) in te voeren, in elk geval over mensenrechten- en sanctiekwesties. Dit is een belangrijke eerste stap, maar toch niet meer dan een manier om recalcitrante staten te negeren. Een betere weg is aan alle EU-lidstaten het gevoel geven dat Europa hun eerste verdedigingslinie is op voor hen belangrijke terreinen. En dat ze de kracht van de EU niet moeten verzwakken op gebieden die hun minder interesseren.
EEAS
Het tweede probleem betreft het bureaucratische EU-apparaat in Brussel, dat Von der Leyen controleert. Wil je geopolitieke doelstellingen bereiken, dan moet je alle bestuursinstrumenten gebruiken. Zo kan Amerika zijn militaire relatie met Europa gebruiken om handelsconcessies te eisen, en kan China zijn machtspositie op het gebied van medische benodigdheden inzetten om Nederland te straffen voor zijn Taiwanbeleid. De EU werd speciaal opgericht om zulke drukmiddelen te voorkomen. Niettemin ontbreekt een goede procedure hiervoor.
Iedereen in Brussel erkent dat een geopolitieke aanpak meer coördinatie vereist, maar vindt dat zijn of haar organisatie die coördinatie moet regelen. De European External Action Service (EEAS), onder leiding van hoge vertegenwoordiger Josep Borrell, lijkt de meest voor de hand liggende kandidaat. De EEAS onderhoudt de diplomatieke betrekkingen van de EU met landen buiten de EU en leidt het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU, en verdient dus een sterkere positie.
Confrontatie
De EU zou zich tot doel moeten stellen om te investeren in de infrastructuur van een soeverein Europa. Dit kan inhouden: gemeenschappelijke voorraden van medische apparatuur om nieuwe pandemieën aan te pakken, goede databanken om kunstmatige intelligentie te ontwikkelen, investeringen in infrastructuur om de energieonafhankelijkheid en de koolstoftransitie te bevorderen; gezamenlijke defensieprojecten en -investeringen. Het draagvlak voor deze doelstelling wordt steeds breder. Von der Leyen heeft een aantal van de ideeën in haar toespraak naar voren gebracht, maar zonder aandacht voor de geopolitieke aspecten van deze initiatieven zullen ze waarschijnlijk bezwijken onder de concurrentie tussen lidstaten en tussen Brusselse instellingen.
Het mandaat van Von der Leyen is nog maar pas begonnen. En niemand ging er ooit van uit dat de EU binnen één jaar, en ook niet binnen vijf jaar, een geopolitieke actor zou worden. Maar de Europese strategische soevereiniteit wordt dagelijks uitgehold. Het is dus zeker niet te vroeg om de institutionele grondslagen voor succes te leggen. De EU beschikt over alle instrumenten die nodig zijn om dit mogelijk te maken. Maar dan moet Von de Leyen wel de confrontatie aangaan met het gegeven dat er in de lidstaten en in Brussel machtige belangen zijn die ”geopolitiek” heel anders uitleggen dan Von der Leyen zelf.
De auteur is onderzoeksdirecteur bij de Europese Raad voor Buitenlandse Betrekkingen. Voorheen was hij speciaal adviseur van de assistent-staatssecretaris voor Europa en Eurazië bij het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken.