Kolonisten, daar heb je wat aan
Albert-Jan Regterschot
Wandelen in Noord-Zweden is ontdekken. De provincie Norrbotten grenst aan Noorwegen en Finland, en kent net als de rest van Zweden veel bossen en meren. Er liggen soms tientallen kilometers tussen het ene en het andere dorp. Niet dat het daartussen uitgestorven is: tussen de naaldbomen staat hier en daar nog wel een optrekje.
Lopend door de bossen kom ik erachter dat die typisch Zweedse huizen –vaak van hout, veelal rood geverfd– lang niet altijd bewoond zijn. Een enkel onderkomen is in gebruik als vakantiewoning. Maar menig Zweeds boshuis is eenvoudigweg verlaten en vervallen. Teruggegeven aan de natuur, zoals dat eufemistisch heet. Vanaf de ‘grote weg’ valt dat niet op, maar lopend kun je er niet omheen. Figuurlijk, maar ook letterlijk. Huis en bos hebben zich vervlochten.
Wandelen in Zweden opent mijn ogen voor de geschiedenis van boeren en houthakkers in Noord-Europa. Die trokken vanuit het zuiden richting het gebied dat bekend staat als Lapland. Een regio die eeuwen geleden uitsluitend bevolkt werd door de Sami: nomadische rendierherders en hun gezinnen.
De vervallen huisjes vertellen het verhaal van de kolonisatie van Noord-Europa, zo legt een Zweedse gids mij uit. Een verhaal dat onder de oorspronkelijke bevolking van Zweden niet de gevoeligheid heeft als bij indianenstammen in Noord-Amerika, zegt ze er glimlachtend bij. Zelf heeft ze zowel Zweeds- als Sami-bloed.
Zittend op een boomstam, met uitzicht op een fraai meer, is het na een paar uur tijd om even de wandelschoenen uit te trekken. Die worden tijdens deze tocht ingelopen, en voelen erg warm aan. Lang verhaal kort: ontvelde plekken, bloed, verder lopen is geen optie.
De overgang van een Hollands kantoor naar het binnenland van Zweden, blijkt iets te groot om zonder kleerscheuren te doorstaan. Gelukkig blijkt er –misschien als gevolg van noest werk van kolonisten– een weggetje vlakbij te zijn. Waardoor de terugreis per auto gemaakt kan worden. Hoe je moet denken over de kolonisatie van Noord-Zweden weet ik niet precies. Maar mochten de kolonisten dit weggetje hebben aangelegd, dan ben ik er hun dankbaar voor.