Nederlander wil ook na coronacrisis thuiswerken
Nederlanders verwachten dat ze vaker zullen blijven thuiswerken als de coronacrisis voorbij is. Ze oordelen er inmiddels ook positiever over dan aan het begin van de crisis.
Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) in Den Haag concludeerde dit maandag op basis van onderzoek waarbij het de ervaringen van werknemers eind maart, begin april vergeleek met die van eind juni, begin juli.
Aan het begin van de crisis gaf een kwart van de thuiswerkers (25 procent) aan dat ze daarmee door willen blijven gaan. Dat percentage nam de afgelopen twee maanden toe tot 45 procent.
Het instituut denkt dat vergaderen op afstand ook een blijvertje is. Iets meer dan de helft (55 procent) van de ondervraagden vindt online vergaderen net zo productief als fysiek overleg. Eind maart was dat nog 43 procent. Dat er ook na de coronacrisis op afstand wordt vergaderd, verwacht zelfs 60 procent, kort na de uitbraak was dat nog 35 procent.
Thuiswerken heeft ook negatieve kanten. Zo heeft volgens het KiM een op de drie thuiswerkers (36 procent) problemen met het vinden van een goede privé-werkbalans en heeft 17 procent lichamelijke klachten. Bijna een op de tien ondervraagden kampt met psychische klachten door thuiswerken.
Openbaar vervoer
Ruim een kwart van de Nederlanders (28 procent) die vóór de coronacrisis weleens met het openbaar vervoer reisden, verwacht er na de coronacrisis minder gebruik van te maken. Bijna een op de tien (8 procent) denkt na corona juist vaker gebruik te maken van het ov.
Veel ov-reizigers die zijn uitgeweken naar een andere manier van vervoer, zijn daar tevreden mee. Van de mensen die nu vaker de fiets gebruiken in plaats van het openbaar vervoer, verwacht de helft (52 procent) dit na de coronacrisis zelfs nog vaker te gaan doen, aldus het kennisinstituut.
Noodzakelijke reizen
De redenen die mensen aanvoeren om minder met het ov te reizen lopen uiteen. Zo noemt 48 procent de oproep van het kabinet om alleen voor noodzakelijke reizen de bus, tram, trein of metro te pakken en 32 procent reist minder met het ov uit angst voor besmetting met het coronavirus.
Reizigers vinden het ov bovendien minder prettig door de verplichting, sinds 1 juni, om een mondkapje te dragen.