Staatssecretaris Visser: gunning onderzeeboten kan niet sneller
De aanbesteding van vier nieuwe onderzeeboten voor de marine kan niet sneller, aldus staatssecretaris Barbara Visser van Defensie. Een deel van de Tweede Kamer wil het liefst nog deze kabinetsperiode de knoop doorhakken over de aanschaf van de nieuwe boten waarmee minimaal 2,5 miljard euro is gemoeid.
“Hoe eerder een besluit hoe beter”, vindt André Bosman van de VVD. Ook coalitiepartners CDA en ChristenUnie en oppositiepartij SGP willen een sneller proces. Joël Voordewind (ChristenUnie) vroeg of er niet nog een keuze voor maart kan worden gemaakt. Dan zijn er Tweede Kamerverkiezingen.
De gunning van de vervanging van de huidige onderzeeboten van de Walrusklasse is met een jaar vertraagd. Over twee jaar wordt nu bekend welk buitenlands bedrijf de opdracht binnensleept. “Helaas 2022 blijft staan”, zei de bewindsvrouw. Zes jaar later moet dan de eerste boot te water worden gelaten.
Visser benadrukt een zorgvuldig proces te willen. “Daar blijf ik ook achter staan.” Drie buitenlandse werven strijden om de opdracht. Nederlandse bedrijven kunnen geen onderzeeboten meer bouwen. De drie in de race voor de opdracht zijn het Zweedse Saab dat samenwerkt met het Nederlandse Damen, het Franse Naval dat de handen ineen heeft geslagen met Royal IHC uit Kinderdijk, en TKMS uit Duitsland.
Saab-Damen is de grote favoriet om de opdracht binnen te slepen. VVD en SGP spreken zich openlijk uit voor deze combinatie. Ze denken dat de belangen van het Nederlandse bedrijfsleven daarmee het beste zijn gediend. D66 staat achter Visser. “Wij willen de beste boot voor de beste prijs”, zei Salima Belhaj.
De komende tijd moeten Saab, Naval en TMSK helder maken hoe groot de Nederlandse betrokkenheid wordt, zei Visser. Het gaat dan bijvoorbeeld om de werkgelegenheid en de instandhouding daarvan. Daarom wil ze nu ook niet al kiezen voor een consortium. Naast de beste prijs en de beste boot is zoveel mogelijk Nederlandse betrokkenheid de derde voorwaarde, aldus Visser.