In evangelisatiewerk kan het Woord niet zonder de daad
Het artikel ” Verbreiders van een weerbarstig Evangelie” vraagt om een vervolg, bijvoorbeeld over de vraag hoe we doelgroepen bereiken die zeer gesloten zijn voor ”het hoge Woord”.
Huib de Vries heeft een zeer waardevolle reflectie geschreven op het evangelisatiewerk (RDMagazine 29-5). Hij laat een aantal grote namen uit de kerkgeschiedenis aan het woord. Zijn pleidooi is vooral om de boodschap van Gods Woord nooit te ‘verdunnen’, maar in het evangelisatiewerk altijd de Bijbelse waarheid van zonde en genade te blijven uitdragen. Hij schroomt daarbij niet om (bijvoorbeeld) Billy Graham en Jonathan Edwards in één adem te noemen. Ik val de auteur geheel bij in zijn warm getoonzette en goed onderbouwde pleidooi. Als het zwaard van het Woord de harten niet verbreekt, wat dan wel?
Moslims en Polen
Het artikel roept wel diverse vervolgvragen op. Ik noem er enkele.
- Kun je die Bijbelse boodschap wel uitdragen zonder oog te hebben voor de noden van degenen die je wilt bereiken? ”Het hoge Woord”, zoals De Vries het noemt, kan in het evangelisatiewerk niet zonder de daad. Dat geldt trouwens voor élke christelijke gemeente.
De auteur heeft een aardig rondje door de kerkgeschiedenis gemaakt en hij zal daarin vele voorbeelden vinden die dit bevestigen. Lees bijvoorbeeld het overtuigende boek ”Sociale nood en christelijk geloof” van de hand van dr. B. J. Spruyt.
Hoe komt het dat we in het evangelisatiewerk vaak de ”onderlaag” van de bevolking bereiken. Of moeten we ons daarover maar geen zorgen maken, als we zien met wie de Heere Jezus aan één tafel zat?
Hoe bereik je doelgroepen die menselijkerwijs gesproken zeer gesloten zijn voor ”het hoge Woord”? We kunnen daarbij denken aan de talloze moslims die ons land bevolken, en allen een ziel hebben voor de eeuwigheid. Of aan de Polen die in groten getale in ons land wonen en werken.
Als de Heere Zijn Woord zegent in de harten van hoorders, hoe ontvangen we hen dan vervolgens ook binnen onze reformatorische gemeenten? En hoe komt het dat het Bijbelse ideaal van gemeentestichting op de zendingsvelden levende werkelijkheid is, maar in het evangelisatiewerk zo moeilijk gestalte krijgt?
Het zijn vragen die mij bezighouden en die worden opgeroepen door het prachtige artikel, zonder dat ik alle antwoorden heb. Indringende vragen die een vervolg verdienen. Wat zou het mooi zijn als het RD hieraan een vervolgserie zou wijden. Daar zou de hele RD-achterban mee gediend zijn.
Verlangen
De auteur laat zich door de weerbarstige praktijk van het evangelisatiewerk niet weerhouden. Daar is ”het hoge Woord” te belangrijk voor. Het doet me goed om te lezen dat hij zelf deelneemt aan het maaltijdproject in zijn gemeente. En dat hij het daar niet bij laat maar een van de bezoeksters ook thuis opzoekt. Ik glimlach als ik hem in gedachten bij haar voordeur zie zitten op zijn krukje om (mét gitaar) Psalm 138 te spelen en te zingen, terwijl hij de gezangen niet achterwege laat.
Evangeliseren is écht weerbarstig. Maar die weerbarstigheid mag ons nooit ervan weerhouden om het evangelisatiewerk ter hand te nemen. Om onze naaste op te zoeken, al is het op een krukje bij de voordeur. Om in Woord én daad de boodschap van het Evangelie van de Heere Jezus Christus uit te dragen. Gedreven door het verlangen dat Zijn huis vol worde.
De auteur is veldwerker bij Inloop- en Bijbelhuis ”In de Gouwstraat” in Rotterdam.