Halsema moet nog groeien in haar rol als burgemeester
De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema overleefde woensdag de raadsvergadering over haar optreden rond de antiracismedemonstratie op Tweede Pinksterdag op de Dam. Ze gaf toe dat ze fouten heeft gemaakt en bood daarvoor haar terechte excuses aan.
Een meerderheid van de raad, waaronder de linkse coalitie van GroenLinks, D66, PvdA en SP, was weliswaar kritisch op Halsema, maar steunde een motie van wantrouwen niet. Alleen VVD, FVD en de Partij voor de Ouderen hebben geen vertrouwen meer in het functioneren van de burgemeester.
Dat dit vertrouwen op Tweede Pinksterdag een flinke deuk opliep, is goed te verklaren. Veel Nederlanders vonden het immers onbegrijpelijk dat de burgemeester niet ingreep toen er duizenden demonstranten te dicht op elkaar op de Dam stonden. En dat in een periode dat vrijwel iedere Nederlander zich aan de afspraken hield: 1,5 meter afstand houden en drukte vermijden. En dat terwijl van artsen, verpleegkundigen en andere zorgmedewerkers het uiterste is gevraagd in de bestrijding van het coronavirus.
De emoties over het Damprotest liepen hoog op. Ook bij Amsterdamse raadsleden. Dat VVD-raadslid Marianne Poot meteen na de demonstratie aankondigde een motie van wantrouwen in te dienen richting Halsema was tamelijk voorbarig. De reactie van Halsema dat eerst de feiten op tafel moeten komen, is terecht. Zo werkt de democratie.
De kritiek op het optreden van de burgemeester, de politie en het openbaar ministerie moet los staan van het doel van de demonstratie: het protest tegen racisme. De Nederlandse grondwet geeft de burger de vrijheid van demonstratie en betoging. Daarover gaat de discussie niet. Ook niet over de vraag hoe groot het probleem van racisme in Nederland is.
Dat velen de inhoud van de demonstratie en het optreden van Halsema toch op één hoop vegen, is mede te wijten aan Halsema zelf. Zij mengde zich op Tweede Pinksterdag onder de demonstranten; niet met de ambtsketen om, maar met een button op, met daarop het jaartal 1873, een verwijzing naar de afschaffing van de slavernij. Zij appte aan minister Grapperhaus van Justitie dat het een „gouden kans voor rechts Nederland” was toen de kritiek op de demonstratie toenam. Die uitspraak nam Halsema woensdag terug. Maar met het dragen van een actiebutton als burgemeester is niets mis, zei ze woensdag. Daarmee laat Halsema zien dat ze nog moet groeien in haar rol als burgemeester die boven de partijen staat.
Op initiatief van Halsema zijn twee onderzoeken aangekondigd: een naar de inwinning van informatie over de te verwachten opkomst, en een naar de besluitvorming in de justitiële driehoek. De lessen uit die onderzoeken moet Halsema serieus nemen. Dat is het minste wat ze kan doen om het verloren vertrouwen terug te winnen.