Opinie

Column: Tussen naïviteit en hoop

„Geven we elkaar nog een hand?” was zijn vraag toen hij drie weken geleden op zondagochtend de consistorie binnenkwam. We lachten er wat om, en we gaven elkaar allemaal een hand, zoals broeders betaamt. Geen handen geven was wel erg overdreven, toch? Met de jaarlijkse griepgolf deden we dat toch ook niet? Een week later zat het merendeel van onze en veel andere kerkelijke gemeenten thuis te luisteren naar de Woordverkondiging.

Jan-Hermen Dannenberg
30 March 2020 10:21Gewijzigd op 17 November 2020 07:28
Een coronapatiënt is met de traumahelikopter overgevlogen naar de ic van het Tjonger-schansziekenhuis in Heerenveen. beeld ANP, Camjo Media
Een coronapatiënt is met de traumahelikopter overgevlogen naar de ic van het Tjonger-schansziekenhuis in Heerenveen. beeld ANP, Camjo Media

In de titel van deze columnserie worden ”gezondheid” en ”psychologie” apart genoemd. Dat klinkt een beetje alsof het twee aparte werelden zijn. In bovenstaand verhaal zijn gezondheid en psychologie, vermoed ik, onderdeel van dezelfde wereld, die coronaviruspandemie heet. Hoe kan het dat wij, ondanks alles wat er in de afgelopen tijd gebeurd is, zo naïef zijn geweest met betrekking tot de uitwerking van het coronavirus?

Het nieuws dat mensen in China door een mysterieuze infectie stierven, bereikte ons in december al, zij het mondjesmaat. Spoedig kwamen uit Wuhan de eerste verhalen over ziekenhuizen die het aantal zieken niet meer aan konden en over een toenemend aantal doden. Eind januari werd Wuhan afgesloten en moest de bevolking massaal in quarantaine. Kort erop volgden meer grote steden. Op 3 februari werd in Wuhan een compleet nieuw ziekenhuis met duizend bedden geopend, speciaal voor met het coronavirus besmette patiënten.

Na Zuid-Korea leek, eind februari, het virus voet aan de grond te krijgen in Europa. Het noorden van Italië kende een enorme toename van patiënten met het coronavirus. Kort daarna nam het aantal besmettingen in Nederland toe. Pas toen het in Italië echt uit de hand ging lopen, werden we in Nederland wakker. Alhoewel, handen geven deden we begin maart nog volop. En ja, door de griep sterven toch ook veel mensen? We realiseerden ons niet dat, anders dan bij een griepgolf, 10 tot 20 procent van de geïnfecteerde mensen behandeld moet worden op een ic-afdeling. En dat kunnen de ziekenhuizen niet aan als de helft van alle Nederlanders besmet raakt.

Hoe konden we dan zo naïef zijn geweest met betrekking tot dit virus? Waarom geloofden we niet dat er iets ernstigs op ons afkwam? Waarom overheerste de gedachte ”het valt wel mee”? Was het de psychologie van de ”ontkenning”, zoals dat in een rouwproces plaatsvindt? Was het omdat de uitbraak van het vorige SARS-virus (2002-2004) en die van de Mexicaanse griep (2009-2010) beide erg meevielen? Of vertrouwen we, in een tijd van nepnieuws, het nieuws niet echt meer en kunnen we het niet meer op waarde schatten? Zou soms de gedachte meespelen dat we niet in het kamp van de ”doemdenkers” willen worden geplaatst en niet aangezien willen worden voor iemand die overdrijft? We zijn toch nuchtere Nederlanders, laten ons niet zomaar gek maken! We houden onszelf op de been. Zitten we dan niet meer richting een antwoord op de vraag waarom we niet geloofden dat het coronavirus een echte bedreiging is?

Want stel dat we moesten toegeven dat de coronaviruspandemie wél zeer ernstig was. Dat we beperkt zouden worden in ons dagelijks leven. Dat we onze baan konden verliezen en in een economische depressie zouden raken. Dat we op een ic konden belanden of zelfs konden overlijden.

Als we onder ogen moeten zien dat we al onze zekerheden, zelfs dit onzekere leven, kunnen verliezen, wat houden we dan over? Paniek of hoop?

We zijn op weg, via Goede Vrijdag, naar Pasen. De dood, ook de dood door het coronavirus, heeft niet het laatste woord. Het laatste Woord was aan het vleesgeworden Woord: „Het is volbracht!” De hoop van de christen ligt in de opstanding der doden. Maria en Martha zeiden beiden tegen Jezus: „Als u hier geweest was, dan was onze broer niet gestorven.” Hun uitspraak kan ook die van ons nu zijn: Als u hier geweest was, dan… Maar Jezus heeft het laatste Woord als Hij zegt: „Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven; En een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat?” (Johannes 11:25-26). Gelooft u dat?

De auteur is moleculair bioloog.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer