Opinie

Weerwoord: Hoe kunnen kerken elkaar weer vinden?

De discussies over de kerk zijn eeuwenoud. De laatste tijd spitst het debat zich vaak toe op de plaats en functie van de kerk in de huidige samenleving. Hoe vinden kerken elkaar werkelijk?

Dr. T. M. Hofman
28 February 2020 13:00Gewijzigd op 17 November 2020 07:22
Het heeft me steeds weer getroffen hoe Luther 500 jaar geleden uiting gaf aan de relatie tussen de Heere en Zijn bruidskerk. beeld Teuni van Ooijen
Het heeft me steeds weer getroffen hoe Luther 500 jaar geleden uiting gaf aan de relatie tussen de Heere en Zijn bruidskerk. beeld Teuni van Ooijen

Bij de discussies over de kerk worden verschillende invalshoeken gekozen. De een grijpt meer terug op definities uit het verleden, de ander staat een nieuwe aanpak voor waarbij het accent vooral valt op functionaliteit in het heden en zoeken naar nieuwe ruimte om actueel kerk te zijn.

Laten we in de huidige discussie over de kerk het spreken van de Bijbel over de kerk in termen van het huwelijk niet vergeten. De verhouding tussen de Heere en Zijn verbondsvolk wordt in het Oude Testament meerdere malen voorgesteld onder het beeld van Bruidegom en bruid. Het initiatief voor dat huwelijksverbond komt steeds van Gods kant. Voor Israël is er dan ook geen enkele reden om zich voor te laten staan op eigen kwaliteiten.

Dat wordt nog sterker benadrukt als bij de profeten niet alleen de oorsprong van het bondsvolk ter sprake komt, maar het accent tevens valt op het heden. Tegenover Gods liefdevolle initiatief en Zijn omzien naar Israël, in Zijn grote trouw, heeft Zijn bondsvolk in grove ondankbaarheid, ultieme ontrouw en schandelijk overspel zijn Heere ingeruild voor de dienst aan de afgoden. Het is uitsluitend te danken aan Gods niet aflatende trouw dat het niet voor goed ‘over en uit’ geworden is tussen Hem en Zijn verbondsvolk. De Bruidegom blijft in Zijn verbondsliefde werven om zijn hart te heroveren, zelfs na al zijn afwijkingen. Zijn we als kerk beter dan Israël?

In ”De vrijheid van een christen” (1520) wijst Luther erop dat het geloof „de ziel verbindt met Christus, als een bruid met haar Bruidegom.” Christus en de ziel worden tot één vlees gemaakt, zo worden „ook alle dingen hun beiden gemeen.” De gelovige ziel mag de dingen die Christus heeft als de hare beschouwen en erin roemen. Christus aanvaardt de dingen van de ziel als de Zijne. Hij aanvaardt de zonden, de dood en de hel van de bruid. Zijn gerechtigheid is de zonden van allen te sterk en Zijn leven is alle dood te machtig. Dat is de enorme bruidsschat, die een eeuwige gerechtigheid voor God omvat. Zó is zij bruid zonder vlek of rimpel.

Om de reikwijdte te vertolken, schieten mensenwoorden tekort. Luther doet een poging: „Nu deze rijke en trouwe Bruidegom Christus tot echtgenoot neemt dit heel arm, ontrouw, overspelig meisje, terwijl Hij haar vrijkoopt van al haar kwaden en haar versiert met al Zijn goederen.” Nu kunnen haar zonden haar niet langer in het verderf storten, want ze zijn op Christus gelegd en in Hem verzwolgen. Zij heeft nu de gerechtigheid van haar Bruidegom als haar eigen door de geloofsverbondenheid met Hem: „Mijn Liefste is mijn en ik ben Zijn.” Zij mag door genade delen in de overwinning van Christus. In Zijn lijden, dood en opstanding heeft de Bruidegom Zich voor haar gegeven.

Het heeft me steeds weer getroffen hoe Luther 500 jaar geleden uiting gaf aan de relatie tussen de Heere en Zijn bruidskerk. Hij spreekt daarbij in termen van huwelijksvermogensrecht. De toon is echter allesbehalve zakelijk en sluit nauw aan bij de Schrift. De beeldspraak is doortinteld van diepe geloofsverwondering over zoveel genade van God in Christus. Te midden van alle discussies binnen de kerken en tussen de kerken onderling kan die ootmoedige geloofsbeleving ons verder helpen. Hier blijft geen ruimte over voor grote woorden over onszelf, vermeende kwaliteiten van eigen kerkverband. Hier past alleen het buigen van ons hoofd in diep besef van eigen onwaardigheid, onze schuld en ontrouw. Dat verbindt aan het verleden en werkt vernieuwend in het heden. Het heilgeheim van de bruidskerk ligt vertolkt in de avondbede: „Laat me dicht bij Jezus wezen, want dan heb ik niets te vrezen.” Dan zijn we als kerk dienstbaar in de huidige samenleving.

De auteur is emeritus hoogleraar Nieuwe Testament aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Weerwoord gaat in op vragen over het christelijk geloof. >>rd.nl/weerwoord

Meer over
Weerwoord

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer