Waarom Zaltbommel een grens stelt aan het aantal arbeidsmigranten
Zeker drie gemeenten hebben besloten dat er een maximumaantal arbeidsmigranten in hun gemeente mag wonen. Dat bleek dinsdag uit een peiling die de NOS deed na een oproep van minister De Jonge om paal en perk te stellen aan het aantal buitenlandse werknemers.
Zo trekt de gemeente Zaltbommel de grens bij 2000 arbeidsmigranten. In het plukseizoen lopen er naar schatting zo’n 1500 buitenlandse werknemers –vooral Polen– rond in de gemeente die bijna 30.000 inwoners telt. Vijf vragen aan SGP-wethouder Gijs van Leeuwen.
Waarom stelt u een limiet aan het aantal arbeidsmigranten?
„Zaltbommel is een gemeente met een groot glastuinbouwgebied. In een dorp als Nieuwaal, met 700 inwoners, zitten een paar honderd arbeidsmigranten. Huisvestingsbureaus en tuinders kochten vaak de goedkoopste woningen in onze dorpen op voor deze mensen. Dat betekent dat starters het nakijken hadden. De onderkomens van buitenlandse werknemers zijn ook niet altijd in de haak. Huizen worden verkamerd, waardoor er soms zes tot negen mensen in één woning zitten. Allemaal brengen ze een auto mee. Dat veroorzaakt parkeerproblemen.
Als gemeenteraad willen we een grens stellen, kijken naar de draagkracht van de samenleving. Tot hoever mogen bedrijven uitbreiden en welke willen we binnenhalen? Wij willen niet meer de XXL-distributiecentra, maar liever midden- en kleinbedrijven.”
Kunt u geen grens stellen door strengere regels die bijvoorbeeld de misstanden rond verkamering tegengaan?
„Dat hebben we gedaan. Zo mag een woning vanaf 2025 niet meer verhuurd worden aan meer dan vier mensen. Ook maken we huisvesting van arbeidsmigranten op speciale locaties mogelijk.”
Is het probleem daarmee niet opgelost?
„Nee. Arbeidsmigranten maken ook gebruik van voorzieningen. Soms houden ze er een ander leefpatroon op na, een ander dag-en-nachtritme. Wat kan de samenleving nog aan? Tegelijk willen we goede huisvesting voor deze mensen. Want laten we eerlijk zijn: we hebben hen keihard nodig. Anders wordt er geen pakketje meer thuis bezorgd en ligt er geen fruit meer in de supermarkt. Het zijn harde werkers. Maar het probleem is dat deze arbeidskrachten uitsluitend komen om te werken en vaak niet bereid zijn zich aan te passen, de taal te leren, onderdeel van de samenleving te zijn.”
Riekt dit niet een beetje naar een PVV- of FVD-sentiment?
„Zo ervaar ik dat absoluut niet. Ons uitgangspunt is dat er grenzen zijn aan de groei van grote bedrijven die veel arbeidsmigranten nodig hebben. En ik heb het nu over mensen die uitsluitend komen om te werken, zonder te willen integreren.”
In hoeverre komen er klachten binnen over overlast door arbeidsmigranten?
„Die krijgt de gemeente zeker. Ze bezetten onze parkeerplaatsen en de woningen voor onze kinderen. Ze maken lawaai, rijden te hard, barbecueën ’s avonds. Dat krijgen we nogal eens te horen. Ik kan dan niet wegkijken, maar wil ook niet stigmatiseren.”
Mag een gemeente dit besluiten? Andere wethouders wijzen op de Europese afspraak dat Europeanen het recht hebben om overal te werken.
„Dat is ook zo. Maar je kunt wel kijken welke bedrijven je binnenhaalt. Wij richten ons niet meer op de grote XXL-bedrijven. Als wethouder moet ik wat doen met de geluiden uit de samenleving en kijken naar de draagkracht van onze inwoners.”