Reddingsbrigade oefent in verdronken land
Hoogwatertoeristen stoppen zaterdag nieuwsgierig op de Waaldijk bij Dodewaard als ze vijf boten van de reddingsbrigade zien liggen en hulpverleners te water zien gaan. Een reddingsactie in de ondergelopen uiterwaarden?
De Nationale Reddings Vloot (NRV), onderdeel van de Reddingsbrigade Nederland, hield zaterdag voor het eerst een verkenningsoefening op het water van verdronken land. Dat gebeurde in de Ochtensche Buitenpolder tussen Dodewaard en Ochten. Om onrust onder de inwoners te voorkomen was er geen ruchtbaarheid aan gegeven. Boeren die er hun akkers hebben, zijn vooraf wel op de hoogte gebracht, vertelt Esmeralda Korver, landelijk coördinator van de NRV.
„Onze taak is onder andere te verkennen en bijstand te verlenen. Vandaag oefenen we alleen het eerste. Dat doen we in samenwerking met Waterschap Rivierenland. Ook dat is nieuw. We willen zo informatie met elkaar uitwisselen en leren met elkaar samen te werken.”
De 88 boten van de reddingsvloot zijn verdeeld over 22 regio’s met een zogenoemd overstromingsrisico. Sinds 2018 zijn zes van die vaartuigen ondergebracht bij de brandweer. Vijf eenheden uit het land, inclusief een brandweerunit, zijn zaterdag aanwezig. Nog niet eerder is er grootschalig geoefend in ondergelopen uiterwaarden of polders. Bovendien kon dit pas op het laatste moment gepland worden. „Je weet namelijk vooraf nooit wanneer het hoogwater wordt en de uiterwaarden volstromen.”
Gevaren
Korver wijst op de gevaren die op de loer liggen bij reddingen op ondergelopen boerenland. „Je hebt te maken met verschillen in diepte. Op sommige plekken kun je staan met een waadpak. Ergens anders ligt er een sloot of je vaart over prikkeldraad, waardoor er schade kan ontstaan aan de boot. Je kunt hier niet als een dolle rondvaren.”
Tijdens de vaartocht in het 400 hectare grote gebied houden de boten elkaar scherp in de gaten. Daarnaast ligt er een verzoek van het waterschap om te controleren of de bevers in het gebied hoog en droog zitten en de burchten niet zijn gaan drijven.
De vrijwillige redders Nina (30) en Mariek (39) van de veiligheidsregio Midden- en West-Brabant zijn goedgemutst. Dik ingepakt in waadpakken met de kleuren van de reddingsbrigade varen ze op een van de vijf boten. Het is eerlijk verdeeld aan boord: twee mannen en twee vrouwen. Verschil in taken is er niet. „We doen precies hetzelfde werk. We ervaren het ook niet als zwaar.”
Het eerste doel van de tocht is een boerderij op een eiland. Zodra de boten aan wal getrokken worden, komt de geïsoleerd geraakte bewoner vragen wat er aan de hand is. Zijn terp is inmiddels een soort ark van Noach. „Alles zoekt hier een veilig heenkomen”, vertelt hij. „Muizen, ratten, konijnen en zelfs vossen. Ze zijn van harte welkom.”
Nuttig
De poldertraining in onderlinge samenwerking blijkt een groot succes. „Buitengewoon nuttig”, vat de landelijk coördinator samen. „Je moet bij alles wat je doet nadenken en heel bedachtzaam varen. Zo’n oefening moeten we vaker houden. Gelukkig zijn er geen boten beschadigd. We hebben alleen een kapotte peddel.”