Politiek

Kamer verdeeld over vliegroutes boven conflictgebieden

De overheid moet voor luchtvaartmaatschappijen kunnen beslissen of oorlogsgebieden veilig genoeg zijn om overheen te vliegen of niet. Dat vindt een groot deel van de Tweede Kamer. Maar de partijen zijn het nog oneens over hoe dat dan moet worden geregeld.

ANP
29 January 2020 20:22Gewijzigd op 17 November 2020 07:13
beeld ANP
beeld ANP

Als het aan D66 ligt, krijgt het Europese agentschap voor luchtvaartveiligheid EASA de bevoegdheid en de middelen om die afweging voor alle luchtvaartmaatschappijen in Europa te maken. Daarmee krijgen reizigers volgens Kamerlid Jan Paternotte maximale zekerheid over de veiligheid van vliegroutes, omdat die dan niet meer afhankelijk is van de gekozen luchtvaartmaatschappij.

Nederland moet volgens Paternotte het voortouw nemen, mede gezien de ramp met vlucht MH17. Bijna tweehonderd Nederlanders kwamen om het leven toen dat vliegtuig van Malaysia Airlines op 17 juli 2014 boven Oost-Oekraïne uit de lucht werd geschoten. De kwestie staat weer extra in de aandacht doordat eerder deze maand een Oekraïens toestel in Iran werd neergehaald met luchtafweergeschut.

De linkse oppositiepartijen zijn het met D66 eens dat de beoordeling van vliegroutes een publieke taak moet worden, maar zijn er niet allemaal van overtuigd dat Brussel daarover moet gaan. De SP bijvoorbeeld „voelt er weinig voor om die bevoegdheid over te dragen aan EASA”, aldus Cem Laçin.

GroenLinks-Kamerlid Suzanne Kröger ziet het plan van D66 op zich wel zitten maar vreest een „langdurig en taai proces”. Daarom dringt zij erop aan te kijken welke stappen Nederland op eigen houtje kan zetten. Als het aan Kröger ligt kan de overheid straks niet alleen routes boven conflictgebieden opschorten, maar ook vluchten naar bestemmingen met bijvoorbeeld „gezondheidsrisico’s”.

VVD’er Remco Dijkstra is niet overtuigd. Hij vreest „bureaucratie”, met name als de Europese route wordt gekozen. „Je moet snel kunnen schakelen. Ik weet niet of een overheid dat beter kan dan een partij die er ook direct belang bij heeft.”

Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur) kijkt naar eigen zeggen serieus naar elk voorstel dat de veiligheid voor passagiers kan verbeteren, maar wil nu nog geen keuze maken. Wel benadrukt zij dat Nederland door het MH17-verleden „een heel bijzondere, extra verantwoordelijkheid” heeft om op dit terrein een voortrekkersrol te spelen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer