Onder het zuidoostelijk gedeelte van het Tempelplein bevinden zich de zogeheten Stallen van Salomo. De stallen maken deel uit van een gewelvencomplex dat door koning Herodes werd aangelegd om een plein rond de tempel te creëren. De ruimte dankt zijn naam aan de kruisvaarders, die slecht waren in het identificeren van heilige plaatsen. Zij dachten dat koning Salomo daar zijn paarden onderbracht.

In 1996 vroeg de Waqf toestemming aan de toenmalige regering van Simon Peres om de Stallen van Salomo om te bouwen tot een extra gebedsruimte waar biddende moslims zouden kunnen schuilen voor de regen. Ze brachten in het onderaardse vertrek onder meer een tegelvloer en verlichting aan. Bij het maken van een extra uitgang werd grote schade aangericht aan belangrijk archeologisch materiaal. De nieuwe gebedsruimte kreeg de naam Marwani-moskee.

Na de werkzaamheden echter bleek het regenwater dat op de berg valt door te dringen in de grond en kreeg het geen kans weg te stromen. Daardoor ontstond er een uitstulping in de zuidelijke muur.

Ook de muur aan de oostzijde vertoont zwakke plekken. Nieuwe scheuren in de oostelijke muur ontstonden in februari, toen Israël getroffen werd door een lichte aardbeving. Het hoofd van de Israëlische Oudheidkundige Dienst, Shuka Dorfman, zei in mei dat de oostelijke tempelmuur dreigde in te storten. Dat zou een domino-effect kunnen veroorzaken, waardoor ook andere delen zouden kunnen inzakken.

De Israëlische Oudheidkundige Dienst sprak de vrees uit dat het zuidoostelijke gedeelte van de berg in zou storten tijdens de islamitische vastenmaand ramadan, die vorige week vrijdag begon. Tijdens de ramadan bezoeken meer moslims dan anders de Tempelberg. De Israeliërs zijn bang dat de Palestijnen hun de schuld zullen geven als het fout gaat.

De Waqf stelde dat Israël het aantal moslims dat op de Tempelberg bidt tijdens ramadan wil beperken. Maar uiteindelijk nam de Waqf toch maatregelen. De gevaarlijke gedeelten van de Tempelberg werden afgezet. Volgens politiewoordvoerder Ben Ruby zijn Jordaanse ingenieurs inmiddels begonnen met het verstevigen van het plafond van de gebedsruimte.

Onder moslims bestaat de vrees dat Joden de rechten van de moslims zullen beknotten en de Tempelberg geheel of gedeeltelijk overnemen. Gebeurtenissen op en rond deze heilige plaats leidden in het verleden al vaker tot hevige rellen. Al in 1928 ontstonden er tumult onder de moslims nadat Joden een afscheiding plaatsten bij de Westelijke Muur, ook wel Klaagmuur genoemd. Ze geloofden dat de Joden op deze wijze een begin wilden maken met de bouw van een synagoge.

In 1996 besloot toenmalig premier Benjamin Netanyahu een tunnel te openen die langs de Westelijke Muur loopt en uitkomt in het moslimgedeelte van de Oude Stad. Moslims vreesden dat deze stap de moskeeën op de berg zou ondermijnen, hoewel de tunnel niet onder de berg zelf doorloopt.

In het jaar 2000 was het opnieuw raak. Likud-leider Sharon bezocht, vergezeld van een grote politiemacht, de Tempelberg. De politie schoot bij de rellen die er een dag later ontstonden vijf Palestijnen dood. De berichten over het bloedbad zetten de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook in vuur en vlam: de al-Aqsa-intifada was begonnen.

Palestijnse jongeren gooiden in de afgelopen jaren na het vrijdagmiddaggebed geregeld stenen naar Joden die baden bij de Westelijke Tempelmuur. De politie trok daarop de berg op om een einde te maken aan de ongeregeldheden.

Moslims ontkennen dat er Joodse tempels hebben gestaan op de berg. Archeologische vondsten in het gebied tonen echter het tegendeel aan. Na de Zesdaagse Oorlog van 1967 begonnen Israëlische archeologen uitgebreide opgravingen rond de Tempelberg. Op de berg zelf konden ze geen opgravingen verrichten, omdat Moshe Dayan, die in de Zesdaagse Oorlog minister van Defensie was, het bestuur over deze heilige plaats teruggaf aan de moslims. Door gebrek aan archeologisch onderzoek is het niet precies bekend waar op de berg het Heilige der Heiligen was, maar de meeste archeologen gaan ervan uit dat dit was op de plaats waar nu de Rotskoepel staat.

De moslims geloven dat Mohammed op de Tempelberg een nachtelijke reis naar de hemel maakte. Toen de moslims in de zevende eeuw Jeruzalem veroverden, bouwden zij een moskee op de berg. Ze noemden de Tempelberg de Haram esh-Sharif, het edele heiligdom.