Top in Maleisië toont scheuren in de oemma
Een top van tientallen islamitische landen afgelopen week in Kuala Lumpur maakt glashelder dat de strijd binnen de moslimwereld op dit moment gaat tussen de seculiere en politieke islam.
De Kuala Lumpur Summit, heette de top in de hoofdstad van Maleisië die tot en met zaterdag duurde. Wie kwamen er? De belangrijkste gasten waren president Erdogan van Turkije, president Rouhani van Iran en emir Tamim al-Thani van Qatar. Verder waren er vertegenwoordigers van tientallen andere landen en organisaties, waaronder Hamas.
Het is opmerkelijker wie er níét waren uitgenodigd. Dat is allereerst Saudi-Arabië. Dat land staat, met alles wat het heeft, lijnrecht tegenover Turkije en Iran. De Saudische kroonprins Mohammed bin Salman moet niets hebben van de politieke islam zoals die vooral sinds 2011 om zich heen grijpt. Dat soort islam zorgt alleen maar voor meer onrust en voor het uit elkaar vallen van betrouwbare bondgenoten, is zijn redenering. En natuurlijk is uiteindelijk ook zijn eigen positie in gevaar als de revolutionaire krachten in Saudi-Arabië aan macht zou winnen.
Saudi-Arabië zorgde er verder voor dat een ander belangrijk land ook niet aanwezig was op de top, hoewel wel uitgenodigd. Dat was Pakistan. Pakistan is typisch een land dat onder druk staat van zowel islamistische als seculiere krachten in de moslimwereld. Oorspronkelijk zou de Pakistaanse premier Imran Khan de top bijwonen, maar Saudi-Arabië dreigde Pakistan met zware economische sancties als het zou gaan. Dat had succes.
De officiële reden die Pakistan opgaf voor zijn afwezigheid: er was „verdeeldheid in de oemma”, in de wereldwijde islamitische gemeenschap, over de top. Daarmee is niets miszegd. Dit soort uitspraken maken voor de goede verstaander glashelder waar de ware breuklijnen in de islamitische oemma liggen: tussen de seculiere en de islamistische landen van de moslimwereld.
Bij de laatste groep horen met name landen als Turkije, Qatar en Maleisië. Zij staan bekend als voorvechters van de soennitische Moslimbroederschap.
Daar tegenover staan de belangrijkste Arabische landen, namelijk Saudi-Arabië, Egypte en de Verenigde Arabische Emiraten. Die horen bij de oude garde die niets wil weten van de Moslimbroederschap. Zij willen het liefst verlichte, min of meer seculiere heersers aan de macht in de moslimwereld.
Steeds meer moslimlanden hebben daar echter hun bekomst van. Saudi-Arabië voelt zich daardoor flink in het nauw gedreven. Het land vreest dat de top in Kuala Lumpur het begin kan zijn van veel meer.
Die vrees kan best terecht zijn. Volgens een Maleisisch persbureau was een van de doelen van de top niets minder dan „de islamitische beschaving weer tot leven te brengen.” Een journalist uit Qatar zei dat de top zelfs de fundamenten wil leggen voor een alliantie die wellicht gaat leiden tot de invoering van een gezamenlijke munt. Feitelijk werpt de top zich daarmee op als een alternatief voor de, niet toevallig door Saudi-Arabië voorgezeten, Organisatie voor Islamitische Samenwerking (OIC).
Welke richting het gaat winnen, is voorlopig nog koffiedik kijken. Beide stromingen zetten alles op het spel. En niet voor niets. De winnaar zou weleens de dienst kunnen gaan uitmaken in de islamitische wereld voor de komende decennia.