Godsdienstvrijheid wijkt voor terrorismebestrijding bij UBO-register
Kerken moeten zich gaan registreren in het UBO-register. Daardoor wordt van overheidswege publiek bekendgemaakt welke godsdienst bepaalde ambtsdragers aanhangen
De Tweede Kamer heeft dinsdag het wetsvoorstel inzake het UBO-register goedgekeurd. Eigenaren van bedrijven moeten op grond van het wetsvoorstel geregistreerd worden als zijnde UBO, uiteindelijk belanghebbenden. Een noodzakelijk kwaad. Het hele wetsvoorstel is immers bedoeld om witwassen (belastingfraude) en terrorisme tegen te gaan. Dat daarvoor privacy moet wijken en ondernemers en stichtingen onderworpen worden aan extra administratief gedoe, wordt op de koop toe genomen. Voor stichtingen komen er bovendien nog andere curieuze regels bij met betrekking tot het verplicht intern bijhouden van persoonsgegevens van alle begunstigden (zelfs daklozen, oorlogsslachtoffers, museumbezoekers enzovoort).
Wie zich niet aan de regels houdt, kan een boete krijgen. Het aspect dat vooral goedwillende ondernemers boetes kunnen krijgen omdat zij zich niet houden aan regels, die bedoeld zijn om terroristen en dergelijke op te sporen, is in de Tweede Kamer nauwelijks aan de orde geweest. Privacyaspecten gelukkig wel.
Uiteindelijk belanghebbenden moeten diverse persoonlijke gegevens laten registreren (naam, adres en dergelijke). Een deel van deze gegevens moet op grond van EU-wetgeving openbaar worden gemaakt, andere delen (zoals het volledige adres) worden alleen zichtbaar voor autoriteiten.
Moskeeën
Kerken waren eerst vrijgesteld van het UBO-register. Enkele Kamerleden vonden echter dat moskeeën hierdoor onterecht buiten schot zouden kunnen vallen. Daarom diende het VVD-Kamerlid Van der Linde een amendement in om kerken en moskeeën onder het UBO-register te brengen. Dit om te voorkomen dat de rechtsvorm ”kerkgenootschap” alsnog zou worden gebruikt voor witwassen en terrorisme. Het Kamerlid vond dit geen probleem voor de vrijheid van godsdienst: iemand die in het bestuur van een kerkgenootschap of in het bestuur van een moskee gaat, geeft natuurlijk al een gedeelte van de eigen levenssfeer op, want die staat op een website en verricht bestuurshandelingen. Wel gaf hij aan dat kerkgenootschappen onder het wetsvoorstel moesten vallen mét behoud van de vrijheid van godsdienst. Een merkwaardig mantra.
Het amendement is aangenomen. Kerken moeten bijgevolg hun ”statutair bestuurders” gaan opnemen in het UBO-register. Wie moeten dat dan zijn bij kerken? De SGP suggereerde met tegenzin dat bij de Rooms-Katholieke Kerk gedacht kan worden aan de aartsbisschop. En bij andere kerken zou men kunnen denken aan de UBO’s van het landelijk verband. Toch is het maar de vraag of dit soort impliciete toezeggingen op den duur standhouden.
Ik krijg de indruk dat CDA-minister Hoekstra dit nu wel praktisch wil regelen. Kerken moeten echter niet verbaasd zijn als op den duur lokale gemeenten en diaconieën al hun bestuurders in het UBO-register moeten gaan aanmelden.
Presenteerblaadje
De principiële vraag is of dit niet allemaal in strijd is met het feitelijke recht dat iemands godsdienst niet van overheidswege openbaar behoeft te worden gemaakt (als onderdeel van de vrijheid van godsdienst). Er wordt wel gezegd dat deze overweging voor bestuurders niet geldt, want zij treden toch al naar buiten als zodanig. Maar ik ben van mening dat dit wel echt verdergaat. Iemand die naar buiten treedt als bestuurder van een kerk zal dat namelijk doen voor zover dat relevant is: voor het verkondigen van het Evangelie, voor armenzorg, voor het inschakelen van een aannemer, of wat dan ook.
Het registreren van UBO’s van kerken reikt veel verder: zo wordt van overheidswege publiek bekendgemaakt welke godsdienst bepaalde ambtsdragers aanhangen. Wie een weinig voorkomende naam heeft, zal eerder opvallen in het register. Allicht zullen christenbestuurders daar momenteel niet veel moeite mee hebben. Maar wat nu als een kerk een opvatting verkondigt die haaks staat op wat de opvattingen zijn in de maatschappij? Is het dan nodig dat journalisten direct namen en leeftijden van bestuurders op een presenteerblaadje aangereikt krijgen? Er staat geen adres bij, maar toch. Ondanks de huidige voorbehouden in de uitvoeringssfeer, lijkt principieel gezien een wissel om te gaan. De Eerste Kamer is nu aan zet om te bepalen of dit echt doorgang moet gaan vinden.
De auteur is belastingadviseur.