Theologenblog: Houd veteranen in ere
Eind november bezocht ik, met enkele collega’s uit Kampen en Apeldoorn, twee grote congressen in de Verenigde Staten. Elke keer verbaas ik mij over dit land, dat zo verwant lijkt maar toch zo vreemd is. Dit jaar trof mij de bijzondere manier waarop Amerikanen tegen de strijdkrachten aankijken. Iedereen die in het leger dient of ooit gediend heeft, kan op publieke waardering rekenen.
Het is geen wonder dat me dat juist dit jaar opviel: de conferenties werden gehouden in San Diego, een belangrijke marinebasis in het uiterste zuiden van Californië. Terwijl we bij de lift in een van de hotels stonden te wachten, voegde zich een groepje militairen bij ons. „Thanks for your service”, was de spontane reactie van een van de omstanders. Bij het aan boord gaan van vliegtuigen op Amerikaanse luchthavens krijgt militair personeel voorrang.
Op mijn laatste, vrije dag bezocht ik het kolossale museumschip de USS Midway, dat in de haven van San Diego ligt. Behalve voor alle machtsvertoon en militaire trots was er ook aandacht voor het menselijke leed en de opoffering tijdens de vele missies. Een korte film toonde aangrijpende beelden van de beslissende Slag bij Midway in juni 1942, waarbij vier Japanse vliegdekschippen werden vernietigd en het militaire evenwicht kantelde in het voordeel van Amerika. Voordat de lichten doofden en de film van start ging, heette de medewerker allen die ooit in militaire dienst waren geweest of op het punt stonden zich aan te melden welkom. Zij kregen ter plekke een warm applaus. Over veteranen werd met bewondering en dankbaarheid gesproken.
Achteraf besefte ik dat dit op een andere manier ook gebeurde op de congressen over theologie. Er werd met respect over de ‘veteranen’ gesproken: voorgangers uit de middeleeuwen of zelfs nog verder terug. Zowel in de protestantse als in de rooms-katholieke theologie is een krachtige beweging van herbronning of ”retrieval” gaande. Inzichten van eeuwen geleden worden niet als museumstuk beschouwd, maar als waardevolle bijdragen aan het gesprek vandaag. De veteranen doen nog volop dienst.
Twee voorbeelden uit sessies die ik meemaakte. Eén lezing ging over de vraag of God emoties heeft. De Duitse theoloog Jürgen Moltmann heeft daar een krachtig pleidooi voor gevoerd, vanuit de stelling dat aan het kruis van Jezus God zelf lijdt aan pijn, vernedering en dood. Daartegenover kwam Johannes Calvijn naar voren, die het lijden strikt beperkt tot de menselijke natuur van Jezus. Hierin wordt echter wel de liefde van God openbaar, die zijn eigen Zoon prijsgeeft om verloren mensen te redden. De verrassende conclusie was dat Calvijn niet alleen de echte menselijkheid van Jezus beter weet vast te houden dan Moltmann, maar dat ook de goddelijke betrokkenheid op ons behoud bij de 16e-eeuwse reformator minstens zo krachtig is als bij de hedendaagse theoloog Moltmann.
Een tweede voorbeeld is de lezing die een jonge theoloog gaf over de vraag of je door het deelnemen aan godsdienstige ”praktijken”, zoals de kerkdienst, een beter mens en een betere christen wordt. Deze gedachte is momenteel populair. Vanuit de gedachten van de middeleeuwse Thomas van Aquino werd echter een belangrijke kanttekening geplaatst: om gevormd te worden tot christen is niet alleen de ”automatische” werking van gestileerde praktijken, zoals de liturgie, nodig, maar ook de inhoudelijke confrontatie met het Evangelie. Alleen zo worden de deugden van geloof, hoop en liefde gevoed.
Over elk van beide onderwerpen is meer te zeggen. Maar het trof mij dat ideeën van eeuwen geleden vruchtbaar gemaakt kunnen worden voor vragen die ons vandaag bezig houden. Ook de theologie heeft alle reden om haar veteranen in ere te houden. Niet alleen door hen na gedane dienst omstandig te prijzen, maar ook door hun geestelijke wijsheid te blijven benutten.
De auteur is universitair hoofddocent Systematische Theologie. Hij schrijft dit blog als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.