De Britse premier Boris Johnson houdt vast aan een Brits vertrek uit de EU op 31 oktober. „Ik zal niet met de EU onderhandelen over uitstel (van de brexit) en daar verplicht de wet me ook niet toe”, zei hij in het Lagerhuis. Dat heeft een amendement goedgekeurd dat het onmogelijk maakt om zaterdag nog goedkeuring te krijgen voor de nieuwe brexitovereenkomst met de EU.

Johnson mist daardoor een deadline die het parlement hem had opgelegd. Hij kreeg eerder tot deze zaterdag de tijd om parlementaire goedkeuring te krijgen voor zijn brexitdeal of een Brits vertrek uit de EU zonder deal, anders moest hij uitstel van de brexitdeadline vragen.

Het parlement heeft nu de motie herschreven waarmee de regering aan die eis wilde voldoen. Dat gebeurde met het amendement waarin staat dat het Lagerhuis pas definitieve goedkeuring geeft aan de brexitdeal als de bijbehorende wetgeving is geïmplementeerd.

Johnson heeft altijd gezegd onder geen beding meer brexituitstel te willen aanvragen. Hij toonde zich na de stemming strijdlustig. „Ik zal onze vrienden en collega’s in de EU precies vertellen wat ik iedereen in mijn 88 dagen als premier op het hart heb gedrukt”, zei hij. „Dat verder uitstel slecht is voor dit land, slecht voor de Europese Unie en slecht voor de democratie.”

Het is onduidelijk of Johnson bedoelt dat hij de wet wil negeren en geen uitstel zal vragen. Waarnemers sluiten niet uit dat de regering toch zo’n verzoek naar de EU zal sturen, maar vooral wil laten zien dat de premier dat met grote tegenzin doet. Oppositieleider Jeremy Corbyn riep Johnson op zich aan de wet te houden.

De Conservatieve leider stelde ook dat het parlement zich op korte termijn weer over zijn „uitstekende”brexitovereenkomst mag buigen. „Volgende week komt de regering met de wetgeving die nodig is om de EU op 31 oktober te verlaten met onze nieuwe deal”, zei hij.