Gebed voor Turkije
Er is zondag ongetwijfeld in veel kerken gebeden voor de Koerden, nu ze door het Turkse leger en loyale milities in het noorden van Syrië onder de voet worden gelopen. In weinig kerkenraadskamers zal gevraagd zijn om voorbede te doen voor het welslagen van de Turkse Operatie Lentevrede.
Maar de Armeense Kerk in Turkije doet dat wel. Aartsbisschop Sahak Masalyan liet weten dat de kerk voor de Turkse operatie bidt, omdat „die tot doel heeft terrorisme te bestrijden en de veiligheid van de grenzen te bewaren.”
De Wereldraad van Arameeërs liet zich op soortgelijke wijze uit. Arameeërs vormen een volk dat zich al vroeg tot het christendom bekeerde en zijn bakermat in het oude Mesopotamië heeft: het huidige Irak en het noordoosten van Syrië. De wereldraad beschouwt de Koerden als een gevaar voor de veiligheid van de christelijke minderheid en is ervan overtuigd dat de Turkse operatie tot „vrede, veiligheid en stabiliteit” zal leiden. Overigens staan weer niet alle Arameeërs op dit standpunt.
De tegenstrijdige geluiden maken niet alleen duidelijk hoe politiek ook gebeden gekleurd kunnen zijn. Dat is op zich niets nieuws: eeuwenlang is er door strijdende partijen in Europa aan beide kanten om het hardst gebeden voor de overwinning. De verschillende posities van de kerken in het Westen en in Turkije en Syrië laten echter ook zien hoe complex de situatie is.
De Koerden zijn nu slachtoffers van geweld, waarbij de burgers het kind van de rekening zijn. Terecht dat daar aandacht voor is. Er is echter ook een andere kant. Het is de Amerikaanse oud-president Barack Obama geweest die in 2015 een bondgenootschap sloot met de Koerdische Volksbeschermingseenheden (YPG) in Syrië, maar zeker niet op grond van gedeelde waarden. De enige overweging was dat IS een groter gevaar vormde. Bekend was namelijk dat de YPG een verlengstuk vormde van de PKK in Turkije, een beweging die ook door westerse landen vanwege bloedige aanslagen in Turkije als terreurorganisatie wordt bestempeld.
De Amerikanen drongen er toentertijd bij de YPG op aan óók een andere naam te gaan gebruiken, uit het oogpunt van legitimiteit. Dat werd: Syrische Democratische Strijdkrachten. Maar daarmee was het merg van de beweging nog niet democratisch geworden.
Dat de Verenigde Staten vroeg of laat een punt achter de alliantie met de Syrische Koerden zouden zetten, is zo gezien begrijpelijk. Onbegrijpelijk is echter het gekozen tijdstip, zeker gezien het feit dat de Koerden duizenden IS-strijders bewaakten.
Er zijn richting de Turken legitieme vragen te stellen, zoals over de bejegening van de Koerdische minderheid en of een royale bufferzone de enige oplossing is voor het veiligheidsprobleem. Het mes snijdt in deze strijd echter wel aan twee kanten. Koerden zijn slachtoffers, maar dat is niet het hele verhaal. Er zijn ook Turkse burgerslachtoffers van Koerdisch geweld.