De troonrede een droomrede?
De toon van de Troonrede was positief. Dat zijn we ondertussen wel gewend van premier Rutte. Hoe donker de omstandigheden ook zijn, hij ziet altijd wel een lichtpuntje.
Voor komend jaar was er veel positief nieuws. De sluizen gaan open en het kabinet gaat miljarden investeren; onder meer in lastenverlichting, woningbouw en infrastructuur. Mogelijk komt er ook een investeringsfonds waarmee de overheid straks tientallen miljarden in ambitieuze projecten steekt. Projecten waarmee Nederland in de komende decennia geld kan verdienen.
Was de troonrede dus een droomrede? Nee dat niet. Economisch kan het Nederland nu wel voor de wind gaan –we doen het beter dan de ons omringende landen– maar dat kan zomaar anders worden. De brexit kan aanzienlijke gevolgen hebben voor ons land en de handelsoorlog tussen Amerika en China zal Nederland met zijn open economie niet voorbijgaan. Koning Willem-Alexander legde daar terecht de vinger bij.
De situatie doet denken aan 2008 toen het kabinet-Balkenende ook een positieve begroting presenteerde. Aan het begin van de wereldwijde crisis vielen gerenommeerde banken om, maar de Nederlandse regering deed alsof er niets aan de hand was. Rutte, destijds nog VVD-fractievoorzitter en oppositieleider, maakte gehakt van de plannen van het kabinet-Balkenende. Hij had gelijk, maar stapt nu in dezelfde valkuil.
De geschiedenis herhaalt zich nooit op dezelfde manier omdat de omstandigheden altijd anders zijn, maar het is een illusie om te denken dat een Europese of zelfs wereldwijde economische crisis Nederland niet zal raken. Het is daarom beter om in tijden van voorspoed te reserveren voor slechtere tijden.
De overheid moet daarom niet al te kwistig met miljarden strooien en terughoudend zijn met de opzet van een investeringsfonds. Als de rente weer omhooggaat, komen de lasten daarvan als een molensteen om de hals van de overheid te hangen. De overheid kan het extra geld beter gebruiken om de staatsschuld af te lossen. Die bedraagt nog altijd een kleine 400 miljard euro. Als de overheid over dat geld later weer serieus rente moet betalen, drukken die uitgaven daarvoor ook weer als een loden last op de begroting.
De Raad van State legt in zijn commentaar op de Miljoenennota terecht een kritische vinger bij het afschaffen van de zogenoemde Zalmnorm; de regel uit 1994 van de toenmalige minister van Financiën om de overschotten op de rijksbegroting niet te verjubelen, maar te gebruiken voor de aflossing van de staatsschuld. Het huidige kabinet heeft die regel bij de opstelling van het regeerakkoord ook als uitgangspunt genomen. Maar nu de inkomsten hoog zijn door de aanhoudende economische groei en de lasten lager door de extreem lage rentestand, gooit het kabinet de gemaakte afspraken over de overheidsfinanciën overboord.
Het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen. De regering lijkt die niet te hebben.