Om de week wordt in Duitsland Joodse begraafplaats geschonden
In Duitsland wordt minstens om de week een Joodse begraafplaats geschonden. Zelden worden de daders opgespoord.
Dat schreef de Berlijnse krant Der Tagesspiegel eind vorige week. Het dagblad baseert zich op cijfers die het ministerie van Binnenlandse Zaken verstrekte aan Petra Pau, vicepresidente van het Duitse parlement. Uit deze cijfers blijkt dat de politie in 2018 27 antisemitisch gemotiveerde schendingen van Joodse dodenakkers registreerde. Slechts in drie gevallen werden de daders bekend.
Het aantal antisemitische delicten rond synagogen of andere Joods-religieuze locaties in Duitsland bedroeg vorig jaar 21, laten dezelfde politiecijfers zien. In niet meer dan 5 gevallen wist de politie de daders te traceren.
Josef Schuster, president van de Centrale Raad van de Joden in Duitsland, reageerde tegenover Der Tagesspiegel verbitterd op de cijfers. „Regelmatige schendingen van Joodse begraafplaatsen en aanvallen op synagogen zijn in Duitsland helaas gewoon geworden.” Veel niet-Joodse burgers zijn zich daarvan volgens hem nauwelijks bewust.
„Duitsland mag deze situatie niet als normaal gaan beschouwen”, aldus Schuster. Hij roept de autoriteiten op tot meer waakzaamheid. „Op het punt van preventieve bewaking door de politie valt er wel wat te verbeteren, ook omdat deze begraafplaatsen zich vaak buiten het dorp bevinden.”
De meeste schendingen van Joodse ”Friedhöfe” registreerde de deelstaat Baden-Württemberg (5). Daarna volgden Beieren (4), Brandenburg, Saksen-Anhalt en Nedersaksen (3), Berlijn, Mecklenburg-Voor-Pommeren en Noordrijn-Westfalen (2) en Rijnland-Palts, Saarland en Thüringen (1). Over de achtergronden van de schendingen doet het ministerie van Binnenlandse Zaken geen mededelingen.
In 2017 registreerde de Duitse politie 27 schendingen van Joodse bedehuizen en 20 van begraafplaatsen.