Volgens Washington gaat het Europese voorstel niet ver genoeg en laat het Iran de mogelijkheid om onder voorwendsel van het werken aan kerncentrales, een atoombom te bouwen.

Woordvoerder Richard Boucher van het ministerie van Buitenlandse Zaken zei woensdag dat Iran de afgelopen maanden niet mee heeft willen werken met de internationale gemeenschap om een compromis te bereiken over zijn atoomprogramma en dat de tijd van onderhandelen voorbij is.

De kritiek vanuit Washington volgt daags nadat diplomatieke bronnen zeiden dat Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië een aanbod aan Iran deden waarin economische steun van Europa toegezegd wordt in ruil voor het stoppen van het verrijken van uranium.

In plaats daarvan zouden Europese landen verrijkt uranium aan Iran leveren. Op deze manier zou Iran slechts de beschikking krijgen over een beperkte voorraad verrijkt uranium en zou er een betere controle uitgevoerd kunnen worden op het gebruik van de brandstof voor kerncentrales. Het Iraanse atoomprogramma is mede gericht op de ontwikkeling van hoogverrijkt uranium, dat kan dienen als grondstof voor kernwapens. De Iraanse regering heeft de afgelopen weken herhaaldelijk gezegd geen internationaal verbod van het Iraanse atoomprogramma te accepteren.

Vorige maand nam het Internationaal Atoomenergie Agentschap van de Verenigde Naties (IAEA) een resolutie aan waarin wordt geëist dat Iran al zijn activiteiten op het gebied van uraniumverrijking stopt, zoals de bouw van gascentrifuges. Volgens Washington is het nu tijd naleving van het IAEA-verbod af te dwingen, zo nodig door inschakeling van de VN-Veiligheidsraad. Het IAEA vergadert op 25 november over de kwestie. Het agentschap kan het Iraanse dossier verwijzen naar de Veiligheidsraad van de VN.