Prof. Kennedy: Ook schaduwzijden komen in canon
De voorzitter van de commissie die de Canon van Nederland gaat herijken, prof. James Kennedy, zal licht- én schaduwzijden van de geschiedenis een plek geven in de canon.
Kennedy vond het daarom geen probleem dat minister van Engelshoven van Onderwijs in een brief aan de Utrechtse hoogleraar moderne geschiedenis, vroeg om speciaal aandacht te besteden aan de schaduwzijden van de geschiedenis. „Het gaat om de balans”, zo stelde Kennedy woensdagmorgen in Utrecht tijdens de presentatie van de commissieleden. De commissie is onafhankelijk, aldus Kennedy.
In de politiek Den Haag ontstond de afgelopen weken commotie over de opdracht. Een Kamermeerderheid van VVD, CDA, PVV, SGP, FVD en CU vindt dat Van Engelshoven te ver is gegaan door de commissie te vragen om aandacht te schenken aan de schaduwzijden.
Kennedy stelde woensdagmorgen in een reactie daarop dat de commissie zelf bepaalt of er in de herziene canon wel of geen extra aandacht moet komen voor de schaduwzijden: „Het is in ieder geval mooi dat de Kamer zegt: voel je niet gedwongen om die kant op te gaan.”
De commissie zal ook bezien hoe de canon meer ingang kan vinden in het voortgezet onderwijs. Het basisonderwijs gebruikt de canon goed.
Samenstelling
De Utrechtse hoogleraar, tevens decaan van het University College in Utrecht, mocht zelf de commissie samenstellen. Daarin zitten: Abdelkader Benali, Karwan Fatah-Black,Marjan de Groot-Reuvekamp, Kayleigh Goudsmit, Lotte Jensen, Hubert Slings en Hanneke Tuithof.
De vijftig vensters uit de canon bieden een blik op onder meer kunst en cultuur, taal en literatuur, geografie, techniek en wetenschap. In de canon zijn belangrijke personen, voorwerpen en gebeurtenissen opgenomen die samen het verhaal van de historische en culturele ontwikkeling van Nederland laten zien. De canon is een leidraad voor onderwijs en musea.
De Canon van Nederland is in 2006 samengesteld door de commissie-Van Oostrom. Die adviseerde de canon elke vijf jaar tegen het licht te houden.
De commissie-Kennedy is gevraagd uiterlijk april volgend jaar een rapport uit te brengen.