Opinie

Lostrekken studiepotje van arbeidswet gemiste kans

Het niet opnemen van het studiepotje voor omscholing in de nieuwe arbeidswet is een gemiste kans. Werkgevers geven namelijk sneller vaste contracten aan werknemers die zich blijven ontwikkelen.

Rob Rijbroek
27 June 2019 09:01Gewijzigd op 17 November 2020 06:15
Minister Koolmees (Sociale Zaken). beeld ANP
Minister Koolmees (Sociale Zaken). beeld ANP

Eind mei werd bekend dat de wet Arbeidsmarkt in balans in 2020 in werking treedt (RD 29-5). Tevens heeft minister Koolmees vorige week per brief aan de Tweede Kamer laten weten dat er vanaf 2021 een studiepotje voor omscholing komt.

De nieuwe arbeidswet heeft met name tot doel de werkgevers ertoe te bewegen dat ze de werknemer aan zich binden door vaste contracten minder ”vast” te maken en het flexwerken minder ”flex” te laten zijn. Terwijl Koolmees met het subsidiepotje nastreeft werknemers en mensen die een band met de Nederlandse arbeidsmarkt hebben te motiveren om duurzaam inzetbaar te worden of te blijven. Door dit initiatief niét (met een kleine toevoeging) in de nieuwe arbeidswet op te nemen, mist Koolmees een grote kans om de doelen van beide initiatieven te verwezenlijken.

STAP-budget

Volgens de regering is het voor werknemers steeds moeilijker geworden om een vast contract te krijgen, omdat werkgevers huiverig zijn voor de kosten en risico’s. Om een vast contract toegankelijker te maken, heeft minister Koolmees het ontslagrecht versoepeld en de ontslagvergoeding verlaagd. Bovendien wordt de werkloosheidspremie (WW-premie) voor werknemers met een tijdelijk contract hoger dan voor werknemers met een vast contract.

Koolmees wil met een studiepotje voor omscholing in 2021 de fiscale omscholingsregeling vervangen. Met een zogeheten STAP-budget, dat voor iedereen beschikbaar is, zouden Nederlanders gemotiveerder met hun werktoekomst bezig kunnen zijn.

De afgelopen jaren hebben verschillende kabinetten hun tanden in de bijscholing van werknemers gezet. Dit was vooral ingegeven door de veranderende arbeidsmarkt, als gevolg van digitalisering en globalisering. Veranderingen die volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) naar verwachting ook in de toekomst beroepsgroepen blijven raken.

”Toekomstbestendig”

Het STAP-budget is er voor iedereen. Dat Nederlanders met een afstand tot de arbeidsmarkt de mogelijkheid moeten krijgen om zich om te scholen, lijkt me evident. Toch ontkom ik niet aan het gevoel dat het van elkaar lostrekken van het onderhavige studiepotje en de nieuwe arbeidswet een gemiste kans is. Werkgevers zijn namelijk sneller bereid vaste contracten aan te bieden aan (toekomstige) werknemers die zich blijven ontwikkelen, hogerop willen komen en ”toekomstbestendig” zijn.

Met andere woorden: hoe groter de kans dat een werknemer over een langere periode, specifiek in een veranderende arbeidsmarkt, inzetbaar is, hoe meer dit een werkgever zal motiveren om tot het aanbieden van een vast contract over te gaan. Daarom lijkt het mij een goed uitgangspunt om werkgevers verplicht vooruit te laten kijken.

Uit een recent rapport van het SCP blijkt dat de werkgevers de veranderingen in de arbeidsmarkt niet zien of geen acute noodzaak tot verandering zien. Als werkgevers echter in kaart moeten brengen hoe hun sector de komende tijd gaat veranderen en wat dat betekent voor hun personeel, en als ze dan vervolgens grip krijgen op te verwachten digitalisering, automatisering of verschuivingen, dan kunnen ze daar een scholingsplicht aan koppelen. Zodoende stomen ze personeel klaar voor de toekomst binnen hun bedrijf, met een vast contract.

De auteur is directeur bij ISBW Opleiding & Training.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer