Column (ds. J. Belder): Waarom is een eerlijk gesprek over het levenseinde zo lastig?
Een zondagavond bijna vijftig jaar geleden. Wij zongen uit Johannes de Heer. „Eens breekt in mij het zilver’ren koord...” Het refrein zwol aan: „O wat zal ’t zijn / volmaakt en rein / voor eeuwig met de Heer te zijn. / Als ook mijn lied Hem hulde biedt: nee, zulk een sterven vrees ik niet.” De woorden bleven haken. Sterven. Loslaten. Achterlaten. Verdriet in de familiekring.
Praat erover, benadrukt het kabinet, in zijn jongste campagne. Ook al is het misschien wel „het moeilijkste gesprek.” Het gaat om praktische zaken. Met de geestelijke kant bemoeit de overheid zich niet. De vraag is: „Wat wilt u, zodat u deze periode zo goed mogelijk beleeft en nog kunt doen wat u belangrijk vindt.”
Wat is belangrijk als je aan de grens van je bestaan gekomen bent?
Die zondagavond zongen wij nog een lied uit genoemde bundel. „Ieder uur, iedere stap brengt ons nader / Bij de grens van leven en dood. / Heeft de Heiland uw paspoort getekend / Met Zijn bloed dat Hij reddend vergoot?”
(…) „Is uw paspoort getekend, o mens? (…) Slechts het kruis in uw paspoort geeft toegang / Tot het land waar de Heiland u wacht.”
Als we aan de grens tussen leven en dood gekomen zijn, valt alles weg. Ook de waan en bravourekreet dat „dood dood is.” God staat aan die laatste grens. Stel voor dat ik dan geen Heiland heb die Zich voor mij heeft gegeven in het oordeel, om mij te verlossen van zonde en schuld.
Waarom deprimeerden die liederen op die zondagavond bijna vijftig jaar geleden mij? Waarom is het zo lastig een eerlijk gesprek te voeren over het levenseinde?
Je moet geestelijk rijk zijn om door de afbraak, dreigende vereenzaming en angst heen te kunnen zien. Daarvoor moet je geborgen zijn in de liefde en genade van God. Hoe heilzaam ontdekkend kan een weerbarstig lied uit de bundel van Johannes de Heer dan niet zijn!
Nadenken over je levenseinde, je testament, je uitvaart –de overheid zoekt naar termen die zo neutraal mogelijk zijn– kan nodig en nuttig zijn. De uitvaartbranche helpt daar graag bij. Er is trouwens al een nieuwe beroepsgroep in het leven geroepen: stervensbegeleider. De een zijn dood is de ander zijn brood. Maar het is mij allemaal veel te horizontaal. Onze samenleving heeft behoefte aan pelgrims. Aan mensen die iedere dag op reis zijn met God en daar verslag van kunnen geven. Zoiets als: avondrood en morgenglans.
Een oude christin liet zich ontvallen: „Ik ga hard vooruit, omdat ik hard achteruit ga.” Kijk, dat prikkelt. Daar wil je meer van weten, toch?!