Verlangen als grondtrek van de moderne cultuur
„Van Augustinus kunnen we leren, dat verlangen geen absolute categorie is. De grote uitzondering is God. In Hem is alleen zijn, geen worden”, zo stelde prof. dr. Maarten Wisse vrijdag in Gouda.
Op de Driestar Hogeschool in Gouda vond vrijdagochtend een minisymposium plaats rond het thema ”verlangen”. Ieder jaar organiseert de academische pabo van de Driestar een symposium op het snijvlak van theologie en pedagogiek. Het evenement trok ongeveer veertig bezoekers.
Het spits werd afgebeten door prof. Wisse, dogmaticus aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) in Amsterdam. Zijn lezing had als titel: ”De zuivering van het verlangen: verlangen als dubbelzinnig begrip bij Augustinus.” Wisse stelde dat verlangen het kenmerk is van de moderne cultuur. „Verlangen doe je naar iets dat je mist. Wij mensen missen van alles, hoewel we meer hebben dan wie ook in de wereldgeschiedenis.”
Rust
De filosofie van de moderne tijd is een filosofie van het verlangen, zo stelde Wisse. „Dat verlangen is absoluut en geldt ook voor God. God verlangt naar gemeenschap met ons.” Bij Augustinus is dat niet zo. „God verlangt nergens naar, heeft niets nodig en kan door niets van Zijn stuk gebracht worden.”
Bij Augustinus is onze hoogste bestemming rust, zo legde Wisse uit. „Rust vinden we in de eeuwige rust die God is. De eerste les is dan ook: „Stop met rennen, stop met scoren in religieus opzicht. Wie het eeuwige leven heeft, heeft per definitie overal tijd voor. Dat eeuwige leven begint hier al.”
Bij Augustinus is verlangen typisch menselijk. Geen wezen is er in de werkelijkheid voor wie verlangen karakteristieker is dan de mens. Die verlangens zijn niet per definitie kwaad. „God mag je alleen geníeten en alle andere dingen moet je gebruíken en je gebruikt ze alleen op de juiste wijze als je ze in God geniet.”
Maar we zijn gevallen wezens. Het ging mis toen de eerste mens suggereerde „dat het toch veel prettiger is om zelf de baas te zijn”, aldus prof. Wisse. Om naar het oorspronkelijke verlangen terug te keren, vallen bij Augustinus doop, kerk en geloof samen. Het oorspronkelijke verlangen wordt pas verwerkelijkt in het doen van de geboden van God, waarbij de verlossing uiteindelijk alleen mogelijk is door de genade van God.
Vorming
Prof. dr. Herman Paul, hoogleraar geschiedenis in de geesteswetenschappen aan de Universiteit Leiden, hield een lezing over: ”Secularisatie van het hart: over vorming en misvorming van verlangen.” Prof. Paul definieerde secularisatie in termen van sociale praktijken die een bepaalde stijl voeden en die andere stijlen in de verdrukking brengen. Het op consumentisme gerichte zelf drukt het christelijke zelf naar de achtergrond. Prof. Paul riep op tot het voeden van Godsverlangen, Hierbij noemde hij als voorbeeld de woorden van Psalmdichters of de sociale praktijken zoals in de liturgie. Het belangrijkste is volgens prof. Paul het cultiveren van het verlangen, „een met een groot verlangen uitzien.”
Prof. dr. Bram de Muynck, bijzonder hoogleraar christelijke pedagogiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, hield de slotlezing over: ”Verlangen, een pedagogisch perspectief.” Volgens De Muynck is het niet voldoende om met theoloog prof. A. van de Beek te zeggen dat verlangens alleen met zondigheid te maken hebben. „Dan ontkennen we de noodzaak van opvoeding. Bepaalde verlangens zijn gewoon ontstaan. Zonder afbreuk te doen aan het mysterie van het geloof en het kruis van Christus, moeten we het historische en het concrete volop mee laten tellen.”