Restricties perken mediavrijheid Balkan in
De mediavrijheid op de Balkan heeft te lijden onder smeercampagnes en geweld. Dat ondermijnt de democratie van de Balkanlanden en hun wens om toe te treden tot de Europese Unie.
Demonstranten die de kantoren van de Servische staatstelevisie binnendringen, als protest tegen de eenzijdige berichtgeving. Journalistieke organen die de Albanese premier aanschrijven over plannen om de media te censureren. Een verslaggever die, lopende zijn onderzoek naar corruptie, zijn huis moet ontvluchten wegens brandstichting. Een Montenegrijnse onderzoeksjournalist die bij haar huis in het been geschoten wordt.
Het zijn slechts enkele voorbeelden van het geweld in de westelijke Balkan en van de onderdrukking van de mediavrijheid (en burgerlijke vrijheden), die de wens van Servië en Montenegro om toe te treden tot de Europese Unie ondermijnen. Het is geen verrassing dat Servië met tien plaatsen gedaald is naar de 76e plaats op de persvrijheidsindex van Reporters without Borders. „Servië is een land geworden waar je als journalist niet veilig bent”, licht de organisatie toe. De buren doen het niet veel beter. Albanië staat op de 75e plaats, Kosovo op 78 en Montenegro op 103.
Samenspanning
Smeercampagnes gericht tegen journalisten; straffeloosheid voor degenen die de media aanvallen; samenspanning tussen corrupte journalisten en politici; concentratie van media-organen in de handen van enkelen; dreiging met dure gerechtelijke processen; zelfcensuur. De lijst met praktijken die de media in de Balkan ondermijnen, is nog langer.
Deze restricties op de media zijn onverenigbaar met een democratisch systeem, dat rust op drie fundamentele mensenrechten: vrijheid van vreedzame vergadering, vrijheid van organisatie en vrijheid van meningsuiting. Rechten die beschermd worden in het internationale recht. Elke regering die beweert vrije en eerlijke verkiezingen te houden, en een democratie zegt te zijn, kan haar burgers niet het recht onthouden op informatie en het recht om gehoord te worden.
Op grond van mijn bevindingen bij de Civicus Monitor, een online platform dat bedreigingen van burgerlijke vrijheden in 196 landen in kaart brengt, valt te concluderen dat staten meestal twee soorten tactieken gebruiken om burgerlijke vrijheden in te perken. De eerste is juridisch: De overheid legt wetten op of gebruikt die om democratische vrijheden te beperken en vrije meningsuiting te criminaliseren. Een voorbeeld daarvan zijn valse beschuldigingen tegen journalisten of uitgevers, die veel energie en geld opslokken. Het tweede soort zijn buitengerechtelijke middelen, inclusief het beïnvloeden van de media door smeercampagnes en publieke laster, en soms ook via fysieke intimidatie en regelrechte onderdrukking.
Verzwakt
Dergelijke censuur is duidelijk een perverse parodie op democratie – een uiting van een groeiende trend waarbij het ”wettelijk bestuur” de ”rechtsstaat” vervangt. Soms zijn deze aanvallen op de media afkomstig van sterke leiders die hun macht willen vergroten. In andere gevallen zien we dit soort restricties bij regeringen die zich bedreigd voelen. Hun onderdrukking van de media is een manier om de macht vast te houden.
Een verzwakte staat of leider die aan de macht komt op een dubieuze manier, of met een kleine meerderheid, zal zeer waarschijnlijk de publieke ruimte het zwijgen willen opleggen om de macht vast te houden. Het is daarom niet verrassend dat dit gebeurt in de Balkan, gezien de politieke geschiedenis van dit gebied. Als het volk zich roert in protest tegen impopulair beleid, zijn de media in kwetsbare staten het eerste doelwit, vanwege hun potentiële rol in het ontmantelen van de macht. Dubieuze leiders kopiëren het gedrag van andere bestuurders. Zij zien dat hun buren in de regio er gemakkelijk mee wegkomen, en doen vervolgens hetzelfde.
Zelfs de online ruimte –de ultieme democratische arena van de 21e eeuw– wordt niet gespaard in deze strijd. Sommige landen hebben al laten zien dat ze in staat zijn socialemediaplatforms offline te zetten of te controleren, en burgers het fundamentele recht te ontzeggen om te participeren in debat en beleidsvorming.
Nepnieuws
De redenen die staten geven voor het onderdrukken van de media variëren, maar vaak wordt verwezen naar journalisten die „lasterlijke” artikelen schrijven of „nepnieuws” verspreiden. Vaak, beweren ze, is sprake van „onvaderlandslievende” verslaggeving, die ingaat „tegen onze cultuur en waarden”, of is die „niet in het belang van onze nationalistische agenda.”
Nu de mediavrijheid op de Balkan steeds verder wordt ingeperkt, wordt het tijd hier de schijnwerpers op te zetten en strategieën te delen om deze trend te keren en ruimte te maken voor vrije en onafhankelijke media. We zouden ons zorgen moeten maken over het feit dat de wereld zijn aandacht zo eenvoudig laat afleiden van de regio waar twintig jaar geleden bij een verschrikkelijk conflict zoveel mensen het leven lieten. Waarom zijn we er niet wat langer gebleven, om te zien hoe deze regio zich na die periode ontwikkelde? Zien we mensenrechtenschendingen door de vingers zo lang er sprake is van vrede en economische welvaart?
De auteur is hoofd van Civicus, een wereldwijde alliantie van burgerorganisaties.
Bron: IPS